Apeldoorn Leeft en Beweegt: Muziekcafé Gigant: André van den Boogaart

Vrijdag 13 februari 2015

Door Pedro Waldenaar

© Gerard Oltmans

Het is zondagmiddag 16.15 uur: Muziekcafé Gigant; de week is voorbij: het succesvolle festival Grasnapolsky loopt op zijn end en in het Muziekcafé speelt André van den Boogaart. De Brabantse grond lijkt vruchtbaar te zijn voor talentvolle zangers: Gerard van Maasakkers , Alex Roeka traden al eerder op in Apeldoorn en nu is het de beurt aan André van den Boogaart.

Rauw en ongepolijst; een stem vol vuur; en gevoel; zeker een groot gevoel. Het eerste nummer “Met modder en bloed” schalt door het muziekcafé. Het is duidelijk: André zingt, zingt, je kunt er niet meer om heen: André zingt indringend: “Ik lap de dingen aan mijn laars en mijn bloed vloeit in de modder”. En dat allemaal ondersteund door een snerpende viool, bediend door Alex Akela en de zang van Birgit Wijdemans. Een illuster trio dat muziek brengt die de ziel raakt; muziek en zang die de ziel overhoop haalt; die een open zenuw tot bloedens toe kan raken.

André’stem is krachtig; heel krachtig soms; hij wil ons maar al te graag kennis laten maken met zijn verhaal: “Met modder in mijn bloed; ik ben een piraat; mijn hart barst uit mijn borst; ik ben mijn eigen verrader, laat mij maar landen in de goot”. Hieruit spreekt een onuitsprekelijk verlangen om er bij te horen; tegendraads; dwars, cynisch; maar toch……ik heb het leven lief; ik heb jou lief. Dit liedje zou verplicht moeten zijn voor alle huplverlenersopleidingen: goed luisteren wat hier gezegd wordt; wat de emotie is achter deze woorden.

Een ander nummer “Het kind is Groot”; alleen al de titel is een vondst en doet verlangen naar de inhoud. “Ik denk dat ik maar weer ga, mijn dromen achterna”. André de bluesmuzikant; wil kind blijven; ongebonden; zijn; niet gestoord door enige regel. Het is de titelsong van de documentaire: “Het kind is Groot”; de regisseur gaat hier op zoek naar zijn vrijheid en ziet de blueszanger André als zijn grote voorbeeld.

En dan nog deze song “Met de Duivel op mijn Hielen”. Dit is de titelsong van de film “Dans met de Duivel”. André heeft deze titelsong geschreven en het is de bedoeling dat deze film in het voorjaar te zien is. De song is goed verstaanbaar, een heerlijk bluezy ritme; rauw gitaargeluid; perfect om van ellende maar een biertje te pakken.

Het indrukwekkendste is Fado van de korte heuvel: het gaat over Niko; de man met het pokdadige gezicht; “maar…. niemand, niemand, niemand weet waar niko woont, niemand, weet waar niko woont”. Dit is ook zo’n song van André die laat zien hoe begaan hij is; hoe begaan hij is met de mensen om hem heen.

Een heerlijke middag; met een rauwe, ongepolijste zanger; een middag die leidde tot bijzondere ontmoetingen. Apeldoorn Leeft en Beweegt….

Setlist: oa.: Met modder in mijn bloed; Dronken Tranen; Het kind is Groot; Veenhuizen; Met de Duivel op mijn hielen en Morgen pas voordat de wereld vergaat en Fado van de korte heuvel

 

Video gemaakt door: William Lindner

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over cultuur

ONDERWERPEN

Muziek

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!