Terugblik

Zo aan het einde van het politieke seizoen is het goed je af te vragen of je de goede dingen doet en de dingen goed doet. Dat laatste is overigens gemakkelijker te bepalen dan het eerste. Voor het eerste is eigenlijk meer afstand nodig dan je zelf als raadslid en als fractie kunt nemen van je eigen werk.

Het nu afgelopen politieke seizoen was het eerste volledige van de in 2014 nieuwgekozen Raad. We zijn met elkaar lekker op stoom gekomen. Het jaarlijkse hoogtepunt was uiteraard, net als anders de behandeling van de begroting. We hebben het seizoen afgesloten met de behandeling van de jaarrekening. Dat lijkt een erg saai onderwerp. In het verleden werd er dan ook relatief weinig aandacht aan besteed. Met elkaar hadden we daarover als Raad de gedachte dat het anders en beter moest. Eén van de punten was dat we eerst een anderhalf uur spraken met onze accountant en de voorzitter van de Rekenkamercommissie. Dat was echt het werk voor specialisten. Als we daarmee klaar waren, bleef er voor de verantwoording zelf nauwelijks meer tijd over. Daarom is dit jaar de behandeling gesplitst.

Een paar weken geleden spraken we met de accountant over de techniek en met de voorzitter van de Rekenkamercommissie over het uitgebrachte rapport. Afgelopen donderdag spraken we als raad met het College over de vraag (kort samengevat): wat hebben we met elkaar nu bereikt in de gemeente Apeldoorn met het uitgeven van al dat geld? Dat is de centrale vraag waarover het behoort te gaan. Dan blijkt of we de dingen goed doen, maar ook of we wel de goede dingen doen. Naast het ‘dikke boek’ zoals we elk jaar ontvangen, is er ook een dunner (40 pagina’s) verschenen, de jaarstukken in vogelvlucht. Dat geeft een iets overzichtelijker beeld met veel grafieken en (uiteraard) minder details.

Het was een goed debat. Wel werd duidelijk dat, om diep op onderwerpen te kunnen ingaan, twee uur eigenlijk te weinig is. We hebben gesproken over verschillende onderwerpen. Elke fractie heeft op eigen manier een bijdrage geleverd. Discussie was er over de manier van begroten (wordt er niet te veel geld gereserveerd?), bestemming van het resultaat (is er niet te veel geld voor onderwijshuisvesting beschikbaar?) om een paar voorbeelden te noemen. Wat mij betreft een goed begin van een nieuwe manier van werken.

Roelof Veen
raadslid