Dialoog passend onderwijs en jeugdzorg

Maandag 27 februari 2017

Door Redactie

In de Politieke Markt Apeldoorn van 9 februari was er een dialoog van raadsleden met professionals uit jeugdzorg, CJG en onderwijs. Het was een open gesprek om als raad  geïnformeerd te worden over de verschillende aspecten van de relatie tussen Passend Onderwijs en Jeugdhulp.

Waar hebben we het over?

Bij Passend Onderwijs hebben we het in Apeldoorn over 12.000 leerlingen in het primair onderwijs en 11.000 leerlingen in het Voortgezet Onderwijs. Voor al deze leerlingen moet het onderwijs passend zijn. En voor 98% van hen is dat ook zo:  de basisondersteuning die de scholen bieden voldoet voor hen en de financiële middelen die scholen krijgen voor lichte zorg worden goed gebruikt.   Bij 2% van deze leerlingen is méér nodig. Deze kinderen hebben éxtra ondersteuning nodig. In het gesprek wat de raadsleden hadden met de mensen uit de praktijk, bleek dat voor het gros van deze kinderen ook goed op maat een oplossing gevonden wordt.

Het Multi Disciplinair Overleg (MDO) heeft hierin een scharnierfunctie. Als er voor een kind een nieuwe plek of oplossing gevonden moet worden is er een breed overleg waarin álle betrokkenen om tafel gaan: vaak de ouders van het kind, vertegenwoordigers van de school, medewerkers van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) met veel onderwijskundige en gedragswetenschappelijk ervaring en brede kennis van de eerste lijns- en tweedelijnszorg, en afhankelijk van de casus op afroep ook andere experts (zoals medewerkers van Leerplicht).

En wat leverde het gesprek op?

In het gesprek werd duidelijk dat op deze manier voor bijna alle kinderen die het op een gewone school niet redden, een passende oplossing gevonden kan worden. In de ruim twee jaar dat Passend Onderwijs bezig is, is er steeds meer samenwerking  en zijn de verschillende organisaties zijn elkaar toegegroeid. Het samenwerkingsverband is flexibel ingericht om tegemoet te komen aan wat nodig is. Het CJG heeft een belangrijke rol en scholen kunnen steeds zelf meer aan. Ook bijvoorbeeld de rol van huisartsen is gegroeid: in veel praktijken zijn CJG-medewerkers aanwezig zodat ouders of kinderen laagdrempelig met hen in gesprek kunnen gaan. En het inloopspreekuur van de jeugdverpleegkundige op veel scholen loopt steeds beter.

Is alles dan al perfect geregeld en gaat er nooit wat mis?

  • Het lukt (nog) niet om in álle gevallen een passende oplossing te vinden voor een leerling,
  • Soms is het ook voor ouders best een drempel om aan te kloppen voor hulp,
  • En soms wil de school te lang zélf proberen een oplossing te vinden. Leerkrachten/docenten kunnen ook té betrokken zijn bij een kind,
  • Soms is het ook erg lastig om alle actoren die een rol spelen in een casus goed op elkaar afgestemd te krijgen. In een aantal gevallen zijn er erg veel mensen en instanties die hun rol hebben in een casus. Helemaal als in één gezin meerdere problemen bij meerdere gezinsleden spelen,
  • Verder kwam naar voren dat zorgaanbieders en hulpverleners soms hun rol actiever zouden kunnen pakken, de vrijblijvendheid zou er af moeten. Als nieuwe raamovereenkomsten afgesloten gaan worden moeten heldere eisen gesteld worden aan hulpverleners,
  • Soms stagneert een proces omdat ouders niet mee willen werken, of vanwege een (vecht-) scheiding elkaar dwars blijven zitten. In dat soort gevallen zou een ‘casemanager’ doorzettingsmacht moeten hebben om in het belang van het kind te kunnen doorpakken.

Conclusie

Er zijn nog aandachtspunten.

Toch kunnen we op hoofdlijnen tevreden zijn met de manier waarop onderwijs en zorg samenwerken. Als ik vanuit mijn werkervaring in het primair onderwijs de werkwijze in Apeldoorn vergelijk met andere samenwerkingsverbanden, dan hebben we het hier goed geregeld. Ik hoor ook van scholen in andere regio’s die afgescheept worden met een zak geld en die verder zelf moeten uitzoeken, of ik hoor van samenwerkingsverbanden waar een hele bureaucratie is ingericht waar veel zorgmiddelen mee gemoeid zijn. Zo is het hier gelukkig niet. De zorgmiddelen worden besteed waar ze voor bedoeld zijn: in het belang van de leerling.

Het is zelfs zo in Apeldoorn dat besturen die over het algemeen toch elkaars concurrent zijn (want elke leerling is er één, en marktaandeel is van levensbelang) in Passend Onderwijs Apeldoorn intensief samenwerken. Als je het belang van het kind maar voorop stelt, kan dat dus gewoon!

Erik Jan Aalbers, gemeenteraadslid ChristenUnie

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over politiek

ONDERWERPEN

Onderwijs

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!