Nieuwsoverzicht Politiek Weekboek College: van een negen naar een zeven
Weekboek College: van een negen naar een zeven
Woensdag 26 januari 2011
Door Paul Blokhuis
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning, kortweg de WMO is dagelijks in het nieuws. Wij worden ouder en ouder en doen in toenemende mate een beroep op de budgetten voor huishoudelijke verzorging, voor woningaanpassingen (trapliften, steunen op het toilet) en hulpmiddelen (de scootmobiel). In Apeldoorn gaat op dit moment € 25 miljoen om in de WMO. Terwijl de vraag stijgt, daalt het budget. Het rijk voert forse kortingen door; wij moeten meer doen met minder geld.
In interviews heb ik uitgesproken dat de 8 of 9 die ons sociaal beleid nu geregeld ten deel valt, onder druk staat. Een 7 lijkt in de toekomst het hoogst haalbare rapportcijfer. Maar wat betekent dit nu concreet, wethouder? Wat is het verschil tussen goed en voldoende? Ik hoor het u vragen.
Ik neem u daarom mee naar de praktijk van alledag; naar mevrouw Jansen van 90 jaar. Mevrouw is alleenstaand en woont in een ruime seniorenwoning. Mevrouw heeft ouderdomsklachten en is licht dementerend. Mevrouw Jansen krijgt, op grond van de nu geldende regels 3 uur hulp per week voor het zware huishoudelijke werk. Deze 3 uur is gebaseerd op het feit dat zij meer dan 2 kamers in gebruik heeft. Voor het lichte werk krijgt zij 1 uur hulp en voor het doen van de was 0,5 uur. Dat maakt samen 4,5 uur hulp per week.
Dan de mogelijk nieuwe situatie (let wel, de regels zijn nog niet ingevoerd).
Mevrouw Jansen krijgt nog 2 uur hulp voor het zware huishoudelijke werk in plaats van 3 uur. Reden: er wordt geen rekening meer gehouden met de omvang van haar woning. Ze is alleen en maakt maar weinig vies. Ook laat mevrouw Jansen bij de hernieuwde intake weten dat ze best zelf wat kan opruimen. Het afstoffen is echter fysiek wat lastig, dat moet de hulp blijven doen. Daar waar eerder 1 uur hulp nodig was voor het lichte huishoudelijke werk, wordt nu volstaan met 0,5 uur. Dan het wassen en strijken. Mevrouw Jansen kan niet meer strijken en ook het ophangen van de was zorgt voor problemen. Dat doet de huishoudelijke hulp. Een strijkservice en strijkvrije kleding kan echter ook soelaas bieden. Mevrouw moet dan wel een droger kopen. Financieel is dit geen probleem. Totdat de droger er is, krijgt mevrouw nog 0,5 uur hulp bij de was. Daarna niet meer. Nieuw aspect is dat mevrouw Jansen de zware boodschappen niet meer kan doen. In de oude situatie zouden wij dit meteen voor haar regelen. In de nieuwe situatie vragen wij haar of er iemand in haar omgeving is, die de boodschappen voor haar kan doen. Als dat niet lukt, dan regelen wij het.
Samengevat: mevrouw Jansen gaat in de nieuwe situatie van 4,5 uur hulp per week naar 3 uur en als de droger er is naar 2,5 uur. Ook wordt nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden van mantelzorg (voor het doen van boodschappen).
Wat vindt u hiervan? Is dit fair, is dit rechtvaardig? Hoe kijkt u aan tegen het aspect van de mantelzorg? Kortom waardeert u de nieuwe aanpak met 7.
Ik ben benieuwd naar uw reactie.
Wethouder Blokhuis, wethouder gemeente Apeldoorn
REACTIES