Coen: meer orang-oetan dan gorilla
Door David Levie
Nog even en dan zit de klus erop voor directeur Coen de Ruiter. Onder zijn leiding kwamen de bezoekersaantallen van Apenheul weer op hetzelfde niveau als die in de jaren negentig van de vorige eeuw: rond de 500.000. Verdeeld over 200 dagen en met een goede spreiding zit er een groei in van nog eens 100.000 bezoekers. Maar met 600.000 gasten per jaar is de rek zoals de situatie nu is er ook wel uit. Te veel mensen in het park is nadelig voor de waardering van de kritische gast. Die wil apen zien en niet tegen ruggen aankijken.
Coen de Ruiter kwam uit de harde wereld van Unilever en de wat zachtere van Max Havelaar (Fair Trade). In Apenheul kon de bedrijfseconoom ruim zeven jaar zijn ei kwijt. ,,De dagattractie- dichtheid is in Nederland ongekend hoog. De concurrentie is heel groot. Je moet je duidelijk onderscheiden.’’
De Ruiter heeft ook goed naar de orang-oetan gekeken. Bij de grootste mensaap van het Verre Oosten is de apenleider een koning, een mensaap van aanzien, maar beslist geen alleenheerser zoals zilver-rug King Kong in Afrika. Het zijn de omstandigheden die bepalend zijn voor het handelen van de leider. In Apenheul werken mensen die minstens net zo bevlogen zijn als hij en op hun vakgebied meer specialistische kennis in huis hebben dan een bedrijfseconoom.
Vooral in zijn begintijd hakte hij knopen wat sneller door. Omdat het moest. Het ging niet echt goed met Apenheul. Dat is nu wel anders. De Ruiter heeft er deels een verklaring voor. ,,Sinds de ontzuiling in Nederland hebben mensen meer behoefte aan houvast. Mensen willen graag ergens bij horen. Bij een organisatie die het goed doet en een bijdrage levert aan natuurbehoud. Ook op het gebied van de horeca. Koffie van boeren uit Peru, en om dichtbij huis te blijven weten waar de aardappels van je friet vandaan komen.’’
Apeldoorn
Hoeveel Apeldoorners ’zijn’ dierentuin jaarlijks bezoeken weet hij niet. Net als Paleis Het Loo heeft Apenheul die cijfers niet voorhanden. Maar het moeten er meer zijn dan in het verleden. Veel meer gezien de stijging van het aantal abonnementen in de afgelopen jaren van 2.000 naar 20.000. Al is Apenheul een landelijke attractie, die door z’n specialisatie (apen) een buitenbeentje in dierentuinenland is. ,,De andere dierentuinen in Nederland, inclusief Artis en Blijdorp, hebben toch meer een regionale functie. Zo denk ik dat Burgers Zoo voor Apeldoorn de meest aangewezen dierentuin is.’’
Zelf woont hij in Zeist. Voor zijn komst kende Coen de Ruiter Apeldoorn niet of nauwelijks. ,,De stad heeft mij verrast. Een verborgen parel. Een stad waar veel gebeurt, een stad met een schouwburg die zich tot de top 5 van Nederland mag rekenen. Wij als Apenheul hebben er veel aan gedaan om de banden met Apeldoorn aan te halen en het park voor iedere Apeldoorner toegankelijk te maken. Er is een lesprogramma ontwikkeld voor leerlingen van groep 6. Drie lessen op de Apeldoornse basisschool en een les met een gratis bezoek aan Apeldoorn. Zo hopen we dat in de toekomst zoveel mogelijk kinderen op z’n minst 1 keer in Apenheul zijn geweest. Nieuwe bewoners van de stad krijgen een seizoenkaart voor Apenheul. Vorig jaar hebben we de Voedselbank gesteund en dit jaar konden mensen met een kleine beurs gratis naar Apenheul. Verder kunnen Apeldoornse bedrijven die net als wij actief zijn op het gebied van duurzaam ondernemen hier vergaderen en gratis gebruik maken van onze accommodatie.’’ (exclusief eten en drinken, red.)
Toch is er kritiek van lokale ondernemers. Apenheul, Paleis Het Loo en Julianatoren zijn goed voor meer dan een miljoen bezoekers per jaar. Maar de binnenstad profiteert daar nauwelijks van. De Ruiter vindt die kritiek niet helemaal terecht. ,,Een dagje uit neemt het volledige programma van de dag in beslag. Dan is er geen fut voor wat anders. Je kunt mensen wel interesseren voor zover ze hier niet vakantie houden om een nacht te blijven. Er is een toeristisch platform van de grond gekomen, ondernemers werken meer samen. Apeldoorn en de Apeldoorners kunnen trots zijn op wat ze hebben, maar ze mogen dat ook wel wat meer uitstralen. Dat heeft consequenties. Gastvrij willen zijn, nadenken hoe je dat doet. Dat maakt je als stad sterker.’’
Ook de infrastructuur breng hij ter sprake net als verbetering van de verkeerssituatie en het parkeerprobleem rond Apenheul. Voor de komende jaren ziet hij het AGOVV-terrein (aantal sportvelden) als een goede oplossing. ,,Dan moet niet iedereen voor z’n eigen belang opkomen, maar ook eens verder durven te kijken.’’
Te koud
En wat Apenheul betreft: 165 dagen per jaar is de dierentuin gesloten voor het publiek. De Ruiter ziet dat niet veranderen. ,,We zijn in het voorjaar al wel eens veertien dagen later opengegaan vanwege het weer. Te koud voor de apen om naar buiten te gaan. Dat doen we dus niet.’’
Wat hij wel doet is vertrekken. De Ruiter heeft het goed gedaan met zijn meersporenbeleid waarin commercie een ideaal dient. Een competitieve marketeer met gevoel voor de juiste balans tussen (duurzaam) ondernemen, educatie en vermaak. Regeert hij straks niet over zijn graf heen? ,,Ik denk het niet. Ik heb het managementteam en de raad van toezicht op tijd aangegeven dat ik wat anders wilde gaan doen. Ik heb het eens in de zoveel tijd nodig om uit mijn comfortzone te komen. Ik ga mij in mijn nieuwe baan werken voor een bedrijf dat gespecialiseerd is in het verkopen van financiële producten via internet. Heel wat anders ja.’’
REACTIES