Op straat: plastic vorkjes

Zondag 11 juli 2021

Door Carla van Vliet

Hoe vaak denk ik niet: ‘Verhalen liggen op straat!’, zo voor het oprapen. Een tijd terug las ik een boek van Ruth Hogan ‘De bewaarder van gevonden voorwerpen’, over een man die voorwerpen op straat vindt, ze mee naar huis neemt, ze in een kast plaatst en uiteindelijk bij elk voorwerp een verhaal bedenkt. Dit is wel een bijna letterlijke uitvoering van ‘Verhalen liggen op straat’.

Ik vond dit zo’n mooi idee en dat ik besloot het idee over te nemen en er een Apeldoornse versie van te maken. Ik neem echter niets mee naar huis, maar maak er een foto van, zoals ik het aantref op een straat in Apeldoorn, en probeer dan te achterhalen (lees: verzinnen) wat eraan voorafgegaan. Wat vind ik, wie heeft het verloren en hoe kwam dat zo? Vandaag deel 1, met deze gevonden voorwerpen: 2 plastic vorkjes en wat er volgens mij aan voorafging…

Files

Hij parkeert de auto in de garage en laat zijn handen nog op het stuur rusten. Hij haalt diep adem en blaast die langzaam uit. Dan schudt hij zijn hoofd, alsof hij iets van hem af probeert te schudden. Eenmaal binnen treft hij zijn vrouw, zoals gewoonlijk op dit tijdstip, in de keuken. De kinderen zitten al aan tafel, alle drie turend naar hun telefoonscherm. “Je bent laat!”, bijt ze hem toe. Hij verontschuldigt zich, mompelt iets over files en laat de kus die hij haar wil geven achterwege.

“Je bent toch niet vergeten dat we vanavond naar school moeten hè? We moeten dat juffie van Nederlands eens hartig spreken over dat laatste tentamen van Jens!”, moppert ze. Jens, de oudste , kijkt schichtig heen en weer tussen zijn moeder en vader. De verholen knipoog van zijn vader stelt hem niet echt gerust. De pannen worden kletterend op tafel gezet. “Telefoons weg of inleveren!” Even later zit het vijftal zwijgend te eten. Het zal vast reuze verantwoord zijn, maar waarom alles zo smerig moet smaken is hem een raadsel.

Huilbui

Door snel een hoestaanval te suggereren probeert hij het kokhalzend geluid dat dochter Katinka maakt te verdoezelen en daarmee is een woede-uitbarsting voorkomen. “Vertel jij je vader maar eens wat je geflikt heb!”, snauwt ze met een blik op de jongste. De kleine jongen kijkt hem met grote ogen aan, verzet zich zichtbaar tegen een huilbui. “Nou!?”, spoort ze hem aan. “Ik…ik…ik…”, hakkelt het kind. “Zit niet zo stom te stotteren!”, reageert ze fel, “Zeg maar gewoon dat jij nu al in je nieuwe broek een gat gemaakt hebt! En dat het je niks kan schelen hoeveel geld die broek gekost heeft!” Dan rolt er toch een traan over de wang van de kleinste.

Even heft hij zijn hoofd op om zijn vader smekend aan te kijken. Maar zijn vader tuurt naar zijn bord waar hij doelloos de onherkenbare wortels om de ongare aardappels heen schuift. Vader heeft het koud. Koud van de verziekte sfeer in zijn huis en in zijn gezin. Hoe anders was het tussen de middag toen hij in het warme zonnetje met zijn warme secretaresse een heerlijk warm patatje at. Galant bood hij aan de lege bakjes in de vuilnisbak te gooien. Dat de vorkjes eruit vielen zag hij niet. Hij had oog voor hele andere dingen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!