Stage in de Stad: Dierenvrienden op Wielen
Door Kevin van Es
Wie bel je wanneer je een gewond dier langs de weg vindt? Juist, de dierenambulance! Deze dierenvrienden in de wit-gele bus racen de hele regio (Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst, Zutphen) door, allemaal voor het welzijn van de dieren. Vandaag loop (en rijd) ik een dagje mee met de dierenambulance broeders van de regio OverGelder, René en Maurice.
Dierenambulance OverGelder is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. De ambulance wordt bemand door vrijwilligers, allemaal mensen met een passie voor dieren. Deze vrijwilligers krijgen een uitgebreide opleiding voor hun taken op de dierenambulance, waaronder trainingen in dieren-EHBO en het omgaan met agressieve dieren.
René (64) werkt één jaar bij de dierenambulance en woont in Apeldoorn. Zijn collega Maurice (51) is geboren en getogen in Apeldoorn, hij is sinds twee jaar in dienst bij de dierenambulance. René heeft als rijinstructeur in het leger gewerkt. Maurice in de grafische branche.
Dierenliefde
Volgens René komt de motivatie voort uit de liefde voor dieren: “En collegialiteit. Het is onvoorspelbaar hoe een werkdag eruit ziet, dat maakt het spannend. Tijdens het werk denk je nergens anders aan. Je bent gewoon lekker bezig met de dieren.” Voor Maurice is het de mengelmoes tussen mens en dier. “Het sociale met de mens en de zorg voor de dieren.”
Hopelijk komen we vandaag weinig gewonde dieren tegen vandaag. Al kun je dit van tevoren nooit voorspellen, zo vertelt René: “Geen dag is hier hetzelfde.” De kans dat we zieke dieren tegenkomen is procentueel groter dan de kans dat we bij gezonde, blije dieren terechtkomen. Is dit niet lastig voor de dierenvrienden? “We zijn er om de dieren te helpen, dat maakt het werk mooi,” aldus Maurice.
Al snel de eerste oproep: een gewonde duif aan de Loolaan. De dierenambulance wordt vriendelijk ontvangen. De vleugel van de duif ziet er niet goed uit en moet verzorgd worden. We zetten de duif in een bak met gaten in de deksel: “Hij moet natuurlijk wel kunnen ademen hé,” lacht Maurice.
Geen roeping
Voor René voelt het werk niet als een roeping: “Ik heb met mensen met een beperking gewerkt (ook als vrijwilliger). Na vijf jaar wilde ik een nieuwe uitdaging, van het ene kwam het ander.” Ook Maurice omschrijft het niet als een roeping: “Ik wil iets leuks doen en iets bijdragen aan de stad.”
Het werken voor de dierenambulance vraagt wel iets van de vrijwilligers: “We moeten twee dagen per week beschikbaar zijn. Daar ontkom je niet aan, maar het brengt je ook een bepaalde regelmaat,” aldus René.
“Als we dieren tegenkomen waar we geen kennis over hebben, dan pakken we het ‘handboek met dieren’ erbij,” vertelt René. In het handboek staan nuttige weetjes over veelvoorkomende dieren, maar ook welke instantie je kunt bellen voor extra informatie.
Bij de belastingdienst is ook een gewonde vogel gevonden, de gevleugelde vriend is klein en heeft een ‘schattige’ lange snavel. Waar een duif redelijk herkenbaar is (zelfs voor mij), zit dit bij deze vogel net iets anders. Het ‘grote vogelboek’ wordt erbij gepakt. “Het is een wulp”, is razendsnel de conclusie.
Vogels, vogels en nog eens vogels
Onderweg komt de liefde voor dieren bij het duo naar voren. Ze zijn oprecht begaan met het lot van de dieren. “Om hier te kunnen werken is het handig om enige affiniteit met dieren te hebben. Het lijkt vandaag wel een nationale vogeldag. Alle dieren die worden gemeld hebben minimaal één veer. “Het is vandaag een relatief rustige dag,” geeft het dierenduo aan.
Van Zutphen tot Deventer, deze ochtend brengt ons naar bijzondere locaties. Zo komen we ook in de Worp terecht, een volkswijk in de ‘Koekstad’ aan de IJssel. Een vriendelijke man, gekleed in een geel Borussia Dortmund-trainingspak, opent de deur. Hij heeft een vogel gevonden en maakt zich zorgen. De grote man met de kleine vogel is gek op dieren en spreekt zijn bewondering voor het werk van René en Maurice uit.
Tijdens het rijden is de bijrijder verantwoordelijk voor de communicatie, de chauffeur mag niet communiceren omdat die zich, logischerwijs, moet concentreren op de weg. De rollen binnen het team zijn eerlijk verdeeld. “Stel: we komen een slang tegen, en René vindt het fantastisch om een slang te pakken. Dan mag hij lekker die slang oppakken,” grapt Maurice. “Prima, daar heb ik geen problemen mee,” antwoordt René.
Onderweg naar het pand van de dierenambulance lijkt het wel alsof we door de wasstraat rijden, het giet met bakken uit de hemel. Op locatie worden de dieren nagekeken en geregistreerd. “Het ambulante werk vind ik leuker, maar dit hoort er ook bij,” onthult Maurice.
Dierbaar werk
Een aangereden kat ziet er in het algemeen ‘niet zo fraai’ uit, zo vertelt René: “Dan krijgen we de taak om hem netjes te maken. We plakken de ogen en mond dicht. Zo is het dier toonbaar voor de identificatie. Geen leuke taak, maar het hoort er wel bij.”
Hier voegt Maurice aan toe: “De eerste kat die ik moest afleggen raakte me. Een kat is aangereden en je probeert hem zo mooi mogelijk te maken, misschien voor een klein meisje of een familie die net hun kat is verloren. Eigenlijk is het heel dierbaar werk, je kunt de eigenaar een laatste herinnering meegeven. Geen platgetreden vacht, maar een mooi opgemaakte kat.”
Mijn dag met de dierenambulance zit erop, het is bijzonder hoe veel kennis en liefde voor dieren Maurice en René hebben. De dierenambulance is een onmisbare schakel in onze samenleving, waarbij het welzijn van de dieren centraal staat.