The Fureys & Davey Arthur: zeikmuziek of stiekem toch vermakelijk?

Woensdag 21 november 2012

Door Redactie

Henk Schrier

Drie dagen voor het concert van The Fureys haalde Vrouwlief een cd tevoorschijn. Het was een van haar eerste cd’tjes en ze had deze meer dan twintig jaar geleden gekocht. Gelukkig had ze hem ook bijna twintig jaar niet gedraaid, maar daar gaat het nu even niet om. ‘Laten we alvast wat in de stemming komen voor het concert van dinsdagavond 20 november in Gigant,’ zei ze. Ze deed het plaatje in de speler en drukte op ‘play’. Na drie liedjes van The Fureys zette ze hem af. ‘Ik heb er nu al genoeg van,’ zei ze kortaf. Niet veel later klonk Zappa door de kamer. Dat vond ik geen probleem. Van mij had ze de cd een liedje eerder al mogen stoppen. Ik heb helemaal niets tegen Ierse folk (integendeel), maar dit waren enkel slome zeikliedjes. Wat meer pit erin zou leuk zijn. Koop dan perziken, zou je zeggen, maar wil je je d’r even niet mee bemoeien?
Ik had mezelf dus heel erg voorgenomen om dit concert niet goed te gaan vinden. Helaas moet ik u teleurstellen. Het werd een zeer vermakelijke avond!

The Fureys is een Ierse folkband, die vooral naam maakte eind jaren zeventig en oorspronkelijk bestond uit de vier broers Eddie, Finbar, Paul en George Furey. Vanaf het moment dat Ierse folkzanger Davey Arthur zich aansloot in 1977, werd de band echt bekend en scoorde men menige hit. Van de vier broers zijn vanavond alleen Eddie en George aanwezig. Paul overleed in 2002 en Finlay startte een solocarrière. De achtergebleven broers wisselen de leadzang samen met Davey Arthur onderling af. Aan hun zijde staat een bassist en zit een accordeonist. (‘Trekzakkist’, is dat een woord?) Zelf spelen ze gitaar, mandoline en bodhrán. Het is echter het messcherpe banjospel van Davey Arthur dat mijn volledige aandacht vraagt.
Als het concert begint, houd ik mijn hart vast. Het geluid is schel, je hoort de instrumenten niet en daar is ook weer de pijn in mijn oren. Na twee nummers is alles in balans en kunnen we echt genieten van de warme stemmen en het ragfijne spel.

Vanavond krijgen we veel van de oude hits. Steal Away, When You Were Sweet Sixteen en ook die draak van een I Will Love You Every Time. (Vrouwlief hield het stiekem toch niet droog.) Juist de hits zijn van die slome zeikliedjes.
Gelukkig is er heel veel afwisseling. Vooral in de tweede set komen de verrassingen. Een aanstekelijke versie van Goodnight Irene en een boel jigs en reels. Kijk, daar heb je wat meer pit.
Het hoogtepunt vind ik zelf The Lonesome Boatman, waarin de man met de trekzak ook een lekkere fluit blijkt te kunnen bespelen. Het is een atmosferisch instrumentaal stuk, valt dus eigenlijk onder de slome zeikmelodietjes en helpt daarmee mijn tirade over wat meer pit tamelijk om zeep. Nou ja.
Nog meer afwisseling horen we in de anekdotes, die de heren tussen de nummers door in hun Ierse accent vertellen. Zo is er voor iedereen wat wils. Een van die anekdotes gaat over hoe de band ooit de Nederlandse liedjesschrijver Vader Abraham ontmoette. De band dacht bij het horen van zijn artiestennaam dat hij een priester was, maar toen ze een van zijn liedjes hoorden, móésten ze dat opnemen. Vanavond spelen ze Red Rose Cafe en het publiek zingt de Nederlandse tekst in het refrein: ‘Daar in dat kleine café aan de haven’.

Dat folk vooral in trek is bij een wat ouder publiek, zie ik goed om mij heen: er zijn veel heren met witte baarden die meeklappen en meezingen. De drie oerbandleden zelf zijn ook de jongsten niet meer. Achter hen op het podium staan grote foto’s uit de jaren zeventig. De baarden en lange krullen zijn inmiddels verdwenen; het spelplezier is gebleven.
‘And now a drinking song,’ kondigt Davey Arthur nummer aan. Best grappig, want de heren drinken alleen maar sap op op het podium. Of het is aangelengd met het betere spul, dat kan natuurlijk.
Eigenlijk is de theaterzaal een beetje bijzondere plek voor dit soort muziek. Natuurlijk, tijdens de stemmige nummers wil ik graag rustig luisteren, maar bij de uptempo stukken zou wat ruimte om te swingen ook leuk zijn.
Tijdens het laatste nummer tikt iemand op mijn schouder. Het is de dame van Gigant. ‘Meneer, u mag hier absoluut niet filmen.’ Oeps. Jammer. Helaas geen filmpjes bij dit stukje, dus. Wel de prachtige foto’s van Henk.

Als het formele deel van het concert afgelopen is, krijgt de band niet eens de kans om het podium te verlaten. Het publiek geeft The Fureys en Davey Arthur een staande ovatie. Daarom krijgen we nog een paar lekkere jigs en reels. Dan is het toch echt afgelopen.

Ondanks mijn goede voornemen om dit concert niet goed te gaan vinden, moet ik voor mijzelf de conclusie trekken dat ik mij een avondje kostelijk heb vermaakt. Maar die cd blijft voorlopig in de kast.


Apeldoorn, november 2012

Foto’s: Henk Schrier

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

ONDERWERPEN

Muziek

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!