In Beeld: beeldhouwer Kees Woestenenk
Door Ben Eggermont
Aan de Joost van den Vondellaan 27 woont en werkt de inmiddels 80-jarige Kees Woestenenk nog dagelijks in zijn atelier. Het liefst zonder kleren. Vandaag (zaterdag 18 mei) en morgen (zondag 19 mei), stelt hij zijn atelier open in verband met de jaarlijkse route van Ateliers Apeldoorn. Hij ontvangt de bezoekers graag op zijn atelier om kennis te maken met zijn werk.
Waar is de passie voor beeldhouwen ooit begonnen?
,,Dat is eigenlijk heel moeilijk te zeggen, want ik ben vanaf het moment dat ik ging werken ook altijd met kunst bezig geweest. Dat was veel breder dan alleen beeldhouwen. Ik ben opgeleid als architect aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Het is een opleiding die je naast je werk in de avonduren en het weekend volgt. Ik was al in dienst van architectenbureau Zanstra die hier de Belastingkantoren heeft gebouwd. Amsterdam was voor mij ook een hele nieuwe omgeving in vergelijking met Nijmegen waar ik vandaan kwam.”
Hoe heb je die tijd beleefd?
,,Ik was begin twintig en voor het eerst echt uit het ouderlijk huis. En ben het grote stadsleven gaan proeven, het was de flowerpowertijd. Gedanst rond Het Lieverdje met Jasper Grootveld. Ik kwam daar allemaal mensen tegen die kunstenaar waren en rolde zo de kunstwereld in. We gingen modeltekenen, hielden feestjes tot diep in de nacht. Een prachtige tijd. Naast tekenen ben ik gaan schilderen, fotograferen, filmen en beeldhouwen, als het maar creatief was. We gingen veel naar de openingen in het Stedelijk. Elke paar weken was er wel een nieuwe opening. Op de academie ontmoette je ook mensen. Piet Blom van de kubuswoningen in Rotterdam was daar net aan het afstuderen. Af en toe hadden we ook muziek op de academie met bijvoorbeeld de pianist Louis van Dijk. In de zestiger jaren heb ik mijn eerste beeld gemaakt uit een stuk balk wat langs de kant van de gracht lag. Het staat hier nog steeds in de kast en mag niet verkocht worden. Stapsgewijs uitgebouwd, het moest wel gedaan worden naast studie en werk.”
Hoe verliep je verdere carrière als architect?
,,Ik heb 13 jaar bij bureau Zanstra gewerkt. Je werk werd gewaardeerd. Ik ben van tekenaar medewerkend-architect geworden. Je kreeg ook projecten die je geheel zelfstandig mocht uitvoeren. Mijn mooiste project was het hospice Wallon in Amsterdam, een bejaardentehuis. Daarna kreeg ik alle bejaardentehuizen te doen waarvoor Zanstra opdracht had. De crisis kwam en het bureau moest inkrimpen, en mij werd te verstaan gegeven dat ik maar beter iets anders kon gaan zoeken. Ik kwam erachter dat Architect/aannemer J.D. Slijkhuis uit Apeldoorn een opvolger zocht. Na een goed gesprek en een klein jaar werken bleek het toch anders in elkaar te zitten en ben ik in 1976 mijn eigen bureau begonnen. Ik kon een paar opdrachten meenemen en het begon aardig te lopen. De computer deed zijn intrede en ik kocht toen mijn eerste Olivetti met twee floppy disks. Ik heb mezelf alles eigen gemaakt en ben gaan programmeren. Eerst een boekhoudpakket gemaakt en een wordprocessor. In die tijd was er niets. Ik ben daar steeds verder in doorgegaan, ik vond het heel interessant. In die tijd ben ik overgestapt op CAD (Computer Aided Design) met een plotter interface.
In de tachtiger jaren kwam de volgende crisis, die ging heel diep. Ik had bijna geen opdrachten meer en ik heb toen gesolliciteerd bij de stichting STABU. Een stichting die er was voor de ontwikkeling van een standaard bestek voor de B&U sector (red. Burgerlijke en Utiliteitsbouw). Ik werkte daar in deeltijd want ik heb wel mijn eigen architecten bureau in stand gehouden voor opdrachten en consultancy. Bij STABU heb ik 20 jaar gewerkt en het hele systeem voor het standaardbestek ontwikkeld. Ik kreeg daar alle ruimte voor. Het was een baanbrekend ontwerp, al zeg ik het zelf. Ik heb het over de hele wereld mogen uitdragen. In 2004 ging ik met pensioen en heeft het zich niet verder kunnen ontwikkelen. De voorbeelden zijn nog wel te vinden op internet.”
Nu kwam er dus echt ruimte voor het beeldhouwen?
,,Ik mocht met goedkeuring van de hele familie op beeldhouwcursus. Dat was in Griekenland, daar kon je dan een kleine maand naartoe en daar heb ik mijn eerste stenen beeld gemaakt wat hier in de kamer staat. Je kreeg een stuk marmer en kon je gaan hakken. Vandaaruit heb ik mezelf steeds verder ontwikkeld. Ik hoorde dat er in Pietrasanta in Italië allerlei beeldhouwers naartoe gingen om daar te werken. Ik heb een adresje gezocht in die buurt. Ik kwam uiteindelijk terecht in de studio van Nicolas Bertoux en Cinthia Sah. Zij hadden daar een oude marmerzagerij gekocht die ze aan het restaureren waren met boven op de berg een hele grote groeve. Ze waren zelf bezig met hele grote monumentale werken. Ik heb daar zo’n 10 jaar lang heerlijk gewerkt.”
- Geboren: 5-11-1938
- Ouders:overleden
- Broers-Zussen:1 oudere broer
- Verliefd, verloofd, getrouwd: 49 jaar getrouwd
- Meest trots op:de door mij ontworpen digitale bibliotheek voor de bouw
- Raakt geïnspireerd door:Gertjan Evenhuis, oude meesters
- Hekel aan:arrogantie
- Is gek op:echte ontmoetingen
- Welk boek ligt er op je nachtkastje: niet in bed, maar wel filosofie, ict en andere wetenschap
- Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken: nergens voor
- Toekomstdroom:ik houd me niet met de toekomst bezig en ook niet met het verleden
Zijn er nog steensoorten die je voorkeur hebben?
,,Marmer is hartstikke fijn om mee te werken, er zijn heel veel kwaliteiten in marmer. Andere stenen vind ik ook fijn, in feite alle steen die ik te pakken kan krijgen. De Hazelaar in Soest verkoopt stenen voor artistiek werk. Ze hebben daar alle gereedschappen en machines. De grote stukken worden in kratten met een speciaal transport geleverd. Daar heb je krattenbouwers voor die precies weten hoe ze dat moeten doen.”
Is er nog een bepaalde thematiek in je werk, een soort rode draad?
,,Ik probeer meestal te kijken waar nodigt de steen voor uit en al werkende kom je tot de keuze wat het gaat worden. Zo werk ik, helemaal intuïtief en probeer er niet van tevoren over na te denken wat het moet gaan worden. Niet mijn eigen idee projecteren op de steen, de steen moet zich aan je ontsluiten. Dan kan er iets ontstaan, soms een mensfiguur.”
Je bent ook verbonden aan Galerie H10a. Wat betekent dat voor jou?
,,Jazeker, ik ben er heel actief in. We zijn nu met z’n vieren. We hebben toch wel een hecht clubje met elkaar. Het leuke van de formule van H10a is dat we altijd gastexposanten hebben. Dat stimuleert weer. Ik ben ook lid van Ateliers Apeldoorn en dat vind ik ook leuk.”
Wat is je diepste motivatie om te doen wat je doet?
,,Mijn diepste motivatie is het naar buiten brengen van emotie. Omdat ik dat op een andere manier kennelijk niet zo goed kan. Ik probeer dus ook echt diepere emoties los te weken uit mezelf.”
Heb je nog voorbeelden uit de beeldhouwkunst die een voorbeeld voor je zijn geweest?
,,Een heleboel natuurlijk. We hebben een kast vol met boeken van beeldhouwers. De antieke beeldhouwers dat is natuurlijk prachtig en uiteraard Michelangelo. En van de moderne vind ik Henry Moore en Barbara Hepworth heel mooi. We komen ook heel graag in Het Depot in Wageningen. We kennen Loek Dijkman, de drijvende kracht achter Het Depot, nu ook vrij goed. In Italië zijn we hem ook tegengekomen. Er was een expositie van Gertjan Evenhuis, dat vond ik helemaal iets geweldigs. Hij heeft daar 4 meter hoge beelden staan van graniet, monumentale figuren.”
Zijn er nog plekken waar je heel graag zou willen exposeren?
,,Ja, het Depot en het Museum Beelden aan Zee lijkt me mooi om te exposeren.”
Zijn er nog zaken naast het beeldhouwen die je graag doet?
,,Ik verdiep me ook graag in filosofie en daar ben ik heel druk mee bezig. Van wat mij drijft vind ik weinig terug bij filosofen. Ook daarin probeer ik mijn eigen weg te vinden.”
Heb je in de jaren die achter je liggen veel zien veranderen in de wereld van kunst en cultuur?
,,Ja zeker, ik heb het idee dat ik de huidige tijd niet helemaal begrijp. Wat er nu op kunstgebied gebeurt. Bijvoorbeeld de 50 werken die in de Canon van de Moderne Kunst zijn opgenomen vind ik verschrikkelijk, heel erg. Ook het werk wat de afgelopen jaren op Biënnale van Venetië te zien is, vind ik verschrikkelijk. Maar ik zie ook wel lichtpuntjes, in de Kunsthal vond ik de tentoonstelling ACTIE<->REACTIE, 100 jaar kinetische kunst wel weer heel spannend. Ik vind Jan Cremer ook hartstikke goed.”
De hele route van dit weekend staat hier: Open Ateliers 2019.
REACTIES