In Beeld: Sofie Riezebos
Door Ben Eggermont
De 17-jarige Sofie Riezebos uit Apeldoorn brengt op 29 mei haar eerste dichtbundel uit. De bundel draagt de titel ‘Stilleven’, met foto’s gemaakt door haar nichtje Levina Riezebos.
Hoe is je belangstelling voor de dichtkunst ontstaan?
„Ja, dat is een goeie vraag. Ik ben eigenlijk wat gedachten op papier gaan zetten en daarvoor was dichten een goede vorm. Op een gegeven moment heb ik dat gedeeld en daaruit bleek dat het best wel goed was.”
Wanneer schreef je je eerste dichtregels en weet je nog hoe die luiden?
„Ik zat in groep 7 en ik las een boek. Daar stonden 2 regels in die me heel erg aanspraken en daar ben ik het gedicht mee begonnen. Volgens mij waren die regels zoiets als ‘lijsten met namen waar geen mensen bij horen, volle treinen die leeg terugkomen’, het was een boek over de oorlog, ‘Opgejaagd’ van Lydia Rood. En daarna heb ik eigenlijk helemaal niks meer geschreven, tot ik op een gegeven moment de behoefte weer voelde.”
Hoe heb je je de dichtkunst eigen gemaakt?
„Gewoon doen, ik heb heel veel geprobeerd en ik denk dat lezen daarbij helpt. Daardoor krijg je een grotere woordenschat. Ik heb de kunst een beetje afgekeken om niet zozeer specifieke dingen te beschrijven maar meer wat er omheen zit. Bijvoorbeeld een emotie beschrijven door de daden of door de gezichtsuitdrukking, volgens het idee ‘show, don’t tell’. Daarin ben ik langzaam gegroeid.”
Wie zijn daarin je leermeesters geweest?
Bedachtzaam: „Ik heb door heel veel zelf te schrijven, te laten liggen en te herlezen, het mezelf eigen gemaakt. Maar ik heb ook veel gehad aan het redactieproces bij het maken van deze bundel. Je krijgt de mening van anderen te horen en je komt te weten wat werkt en wat niet werkt. Mijn redacteur heeft me daar veel bij geholpen. Na lezen en herlezen kom je toch tot verbeteringen.”
Heb je grote voorbeelden uit de dicht-literatuur?
„Ik lees eigenlijk niet heel veel poëzie, maar als ik iemand moet kiezen dan is dat wel Toon Tellegen met zijn vaak redelijk abstracte en absurde gedichten, die vind ik heel gaaf. Het is een genre wat me sterk aanspreekt. Dan gaat het niet om zijn verhalen die bekender zijn, maar zijn gedichten vind ik heel tof.”
Beoefen je je andere kunstdisciplines naast het dichten?
„Ja, ik speel piano. Met de muziek kan je ook uiting geven aan emoties. Ik heb les gehad aan de Pianoschool Apeldoorn.”
„Heel veel de natuur, stilte of een mooi natuurgebied. Ook veel gedichten gaan over gevoelens en emoties, wat denk ik altijd wel terugkomt in gedichten. En ik vind mensen zelf heel interessant. Mensen die voorbijlopen waar ik een verhaal omheen kan verzinnen. Of medereizigers in de trein. Alles om me heen kan een inspiratiebron zijn.” „Ik heb niet bewust thema’s waarover ik schrijf. Als ik terugkijk zie ik dat het veel over muziek en de natuur gaat. De bundel gaat ook over eenzaamheid en geluk.” „Eigenlijk ging het uitgeven eenvoudig. De grootste hobbel waren de financiën, ik moet het zelf betalen dat kan ik gelukkig doen door een geslaagde crowdfundingsactie. Met het opgehaalde bedrag kan ik 150 exemplaren laten drukken. Onder begeleiding en met steun van een ontwerper en de redacteur van uitgeverij Palmslag, is de bundel verder afgerond en vormgegeven. Ik vind het vooral spannend wat de reacties zullen zijn, omdat ik niet zo vaak mijn poëzie deel. Maar dat is leuke spanning, want ik publiceer de bundel natuurlijk zodat ik ook te weten kom wat anderen ervan vinden” „Een boekpresentatie komt er niet direct als de bundel uitkomt. Ik kan wel de bundels rondbrengen die aan de mensen zijn toegezegd als tegenprestatie voor hun steun. En misschien later nog een boekpresentatie.” „Vorig jaar heb ik mijn middelbare school afgerond en mijn diploma gehaald aan het Gymnasium Apeldoorn. Vorig jaar september was ik begonnen met een studie, maar daar ben ik mee gestopt. Vanaf februari van dit jaar volg ik het EH-Traject aan de Evangelische Hogeschool in Amersfoort, gericht op persoonlijke en geloofsontwikkeling. In september ga ik starten met de studies Pedagogische Wetenschappen en Rechtsgeleerdheid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ik hoop daar ook een kamer te vinden. Het zou tof zijn als ik de 2 richtingen, pedagogiek en rechten, zou kunnen combineren door bijvoorbeeld jeugdrechter te worden of te werken met probleemkinderen, aan zoiets denk ik. Maar eigenlijk weet ik het niet. Ik wil geen fulltime dichter worden, dat lijkt me niks. Maar dichten zal ik blijven doen en of er dan nog weer bundels komen dat zien we dan wel.” Onderstaand filmpje maakte Sofie ter ondersteuning van haar crowdfunding actie.
Wat zijn voor jouw inspiratiebronnen?
Zit er een bepaalde thematiek in je werk?
Hoe spannend is het om een bundel uit te geven?
Zijn er nog feestelijkheden rond de bundelpresentatie in coronatijd?
Hoe kijk je naar de toekomst en wat zijn je plannen?
REACTIES