Democratie op het spel

Maandag 19 december 2016

Door Redactie

Zo’n drie maanden voor de verkiezingen komen de nieuwe partijen altijd weer bij bosjes. Het gaat deels om Kamerleden die ruzie kregen met hun fractie of partij en vervolgens voor zichzelf beginnen (Monasch, Denk), of nieuwe groepen die een kans wagen naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis (Geen Peil). Deze laatste groep werd bekend van het Oekraïne-referendum waarover de initiatiefnemers toegaven hun campagne te hebben misbruikt voor een actie tegen de EU. Omdat er zoveel nieuwe groepen komen, zijn sommige partijen bang dat ze allemaal in de Tweede Kamer komen en dat het land vervolgens onbestuurbaar wordt. De ervaring leert ons echter dat veruit de meeste groepen niets bereiken en ver van de kiesdeler vandaan blijven en dat paniekmaatregelen als kiesdrempels daarom niet nodig zijn.

Vragen
Op één ander punt zou ik wel willen ingaan. Het was de groep ‘Geen Peil’ die zei dat hun Kamerleden zouden stemmen zoals de leden hen dat zouden opdragen. Dit roept serieuze vragen op. Nu wil ik het niet hebben over de principieel-staatsrechtelijke bezwaren die je kunt aanvoeren tegen Kamerleden als stemkastje. Mijn vraag is wel of deze groep wel enig idee heeft hoe vaak er moet worden gestemd. Stel dat Geen Peil in staat is 2 zetels te halen. Dat zijn ongeveer 100.000 kiezers. Stel dat deze groep 1.000 leden heeft. Mogen dan enkel die 1.000 leden stemmen of ook die andere 99.000? En als het enkel om de leden gaat, hoe democratisch is dat dan? Stel dat al die 100.000 mensen mogen meestemmen, wat doe je dan als er enkele honderden reacties binnenkomen en je hoort niets van de rest? Wat doe je als de ene helft voor en de andere helft tegen een voorstel is?
Het kan zijn dat deze groep al deze problemen al heeft gezien. In dat geval hebben deze actievoerders dat probleem niet met ons gedeeld. Dat pas wel bij het kapen van het Oekraïnereferendum, maar niet bij de directe democratie waar zij vóór zeggen te zijn. Beslissen vraagt erom dat de beslissers (dit geldt ook voor kiezers) goed geïnformeerd zijn. De andere mogelijkheid is dat zij deze problemen niet hebben gezien. In dat geval zijn ze een gevaar voor ons parlementaire systeem vanwege een vergaande onnozelheid. Geen Peil heeft een groot vertrouwen in de kiezers. Ik verwacht daarom dat de kiezers zo verstandig zullen zijn ‘Geen Peil’ geen zetels te geven.

Parlement
Een laatste punt dat ik nu wil noemen is wellicht het belangrijkste. Het woord ‘parlement’ hangt samen met het Franse of Latijnse woord voor praten (Frans: parler). Je spreekt als woordvoerders met elkaar en wisselt argumenten uit. De bedoeling is dat je naar elkaar luistert en op elkaars argumenten ingaat. Ik weet heel goed dat de praktijk soms minder goed is, omdat we niet meer echt luisteren en we ons standpunt al hebben bepaald. We moeten echter blijven streven naar het ideaal en niet dat ideaal aanpassen aan deze onvolmaakte praktijk. En, om niet meer te noemen: via Twitter of Facebook kun je uitstekend een standpunt geven, maar een behoorlijke en genuanceerde onderbouwing daarvan is wel lastig. Daarvoor heb je meer woorden nodig dan met 140 tekens beschikbaar zijn.

Roelof Veen, gemeenteraadslid ChristenUnie

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over politiek

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!