Ergernis vs. tolerantie?

Zaterdag 15 januari 2011

Door Redactie

Bushokje vol ergernis of tolerantie - foto: bazbo

De sneeuw was weg. Dat vond ik wel jammer. Voor het verkeer kan de witte wereld best gevaarlijk zijn, maar voor het uitzicht en de speelpret is het heerlijk. Aan de andere kant: na die paar weken was ik die rommel wel zat. En wat kregen we er voor terug? Precies: vieze regen.

Op twee dagen in de week moet ik naar een werkplek buiten Apeldoorn. Dat is altijd een heel avontuur, want ik heb geen auto. Sterker nog: ik kan niet eens autorijden. Of heb ik dat al eens verteld? Om een lang verhaal kort te maken: ik ben overgeleverd aan het Openbaar Vervoer. Op twee dagen in de week sta ik in alle vroegte te blauwbekken bij een bushokje.

Deze morgen was ik niet de enige. Het bushokje stond al aardig vol. Normaal staan er ook wel mensen bij de bushalte, maar nu leek het extra druk. Dat kwam door de plenzende regen. Iedereen wilde in het hokje zelf staan, zodat ze een dakje boven het hoofd hadden. Ik ook. Mijn paraplu was ik aan het inklappen en ondertussen doodde ik de tijd met het vinden van anagrams op de letters van het woord ‘abri’.
Mensen begonnen in te schikken en op te schuiven. Er kwam nog iemand bij staan in het hokje. Het was een jongeman en hij wurmde zich een weg naar de achterwand. Moest hij op het bordje kijken hoe laat de bus kwam? Of wilde hij gewoon zeker weten dat hij droog stond? Ik vermoedde het laatste, want hij had geen jas aan, enkel een truitje.
Maar wat deed hij nu? Uit zijn borstzakje haalde hij een pakje rookwaren. Handig peuterde hij er een sigaret uit en stak die op. Diep zoog hij. Toen blies hij uit. In mijn richting. Ik was verbouwereerd. In mijn kop stormde het.

“Zal ik er wat van zeggen? Of krijg ik dan een ram voor mijn harses? Ik kan ook zelf proberen hem in elkaar te trimmen; volgens mij ben ik groter dan hij. Maar ook sterker? Ach, gun hem dat sigaretje nou… Die kleren van mij breng ik naar de stomerij, dan ruiken ze weer fris. De eventuele behandeling van de mogelijk opgelopen longaandoening door het meeroken wordt bekostigd vanuit de AWBZ, dus daar merkt de samenleving nauwelijks iets van; dat bedrag is te verwaarlozen. En die ergernis van mij, die zegt toch meer over mijn intolerantie ten opzichte van mijn medemens?”

Gelukkig was daar de bus. De jongeman maakte zijn half opgerookte sigaret uit. Iedereen was hem voor met instappen. Hij moest lang bij de deur wachten en regende zo helemaal nat. Toen hij eindelijk binnen was, bleek er geen enkele zitplaats meer te zijn. Moest hij meer dan een half uur staan in die stinkende streekbus. Net goed.

Apeldoorn, januari 2011

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!