Johan Derksen: Wasted Words

Zondag 21 februari 2016

Door Pedro Waldenaar

Peter Vroon

 

,,Wasted words, only wasted words. Oh Lord, let the good times come”. Een stampvolle zaal op zaterdag 20 februari in Orpheus zingt ‘Wasted Words’. Het publiek is 41 jaar ouder: In 1965 zong Rudy Bennett van de band The Motions deze klassieker de wereld in. Een protestsong met een verlangen naar betere tijden, met een roep naar God. Helaas, helaas, de tijden zijn jammer genoeg niet veranderd; God beschikt anders en Europa staat voor een zware uitdaging.

In Orpheus staat Johan Derksen, 67 jaar, letterlijk en figuurlijk zijn mannetje: hij laat blijken dat hij trots is op zijn leeftijd, dat hij trots is op wat Nederland in de jaren zestig en zeventig aan Nederpop heeft voortgebracht. Hij laat merken dat deze generatie, deze Baby Boomers zich niet laat wegzetten door ene Giel Beelen of Marco Borsato.

Het is de tijd van Q 65, de tijd van de fantastisch gitarist Jan de Hont, het is de tijd van Wally Tax, van de Beatles en de Stones. En weer komt de vraag: wie vond je leuk, wie sprak je meer aan: The Beatles of the Stones? Vele, vele hits uit die jaren komen voorbij, zeer onder de indruk ben ik van de stem van Theo van Es; alsof Joe Cocker uit zijn as is herrezen. Als ik mijn ogen sluit, waan ik me op Woodstock.

Een verrassing voor mij is Johnny Kendall: wat heeft die man een geweldige, bijna angstaanjagende goede stem. Diep, ontroerend, meeslepend: met grote verwondering en ontzag kijk en luister ik ernaar.

Johan Derksen is een aardige man, een man die tot in zijn vezels meent wat hij zegt: ongevraagd geeft hij ons, deze Babyboomgeneratie, aan het eind van de voorstelling, het advies om te leven, om van de bank af te komen, om het leven te blijven vieren. En dat doet het publiek: massaal zingen we onder begeleiding van de ontzettende muzikale band The Clarks, het einde van de voorstelling.

En als we de zaal uitlopen, de trap afdalen, gaat in de hal het feest gewoon verder: een heuse afterparty. Wanneer Johnny Kendall bijna levensecht Harry Muskee tevoorschijn tovert met ‘Window of my Eyes’ zie ik haar staan, hebben mijn ogen contact met haar ogen. Ik loop op haar af en zeg: ‘You are the end of my Quest’. Indachtig het advies van Johan toasten we op het leven, toasten we op de toekomst.

Ik laat mijn fiets staan, ga lopend naar huis: ik omarm de herinnering van de jaren zestig, ik omarm de herinnering van deze mooie avond en ik omarm de toekomst. En o ja, ze heet Marilyn O’Brien.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!