Kijk op de Wijk – Warenargaarde
Ik sloot de vorige blog af met de belofte: ‘volgende keer een vrolijk onderwerp!’ Belofte maakt schuld, dus de mijzelf opgelegde opdracht voor deze keer: zoek een vrolijk onderwerp over een straat in Apeldoorn.
Eerlijk gezegd vond ik het reuze moeilijk een vrolijk onderwerp te vinden. De verhalen die ik als gids vertel zijn het bijna allemaal droevig… ,,Vertelt u ook wel eens vrolijke verhaaltjes”, vroeg een gast mee eens. Eerlijk gezegd niet…op de een of andere manier zijn droevige verhalen voor mij makkelijker te onthouden. Of vind ik gewoon meer dingen die slecht aflopen… Dus dan toch maar op zoek naar een straat met een vrolijke geschiedenis.
Maar gelukkig kom ik op weg naar mijn werk langs deze straat, sorry Gaarde, in de Maten. Dichtbij de Eglantier ligt de Warenargaarde. Ik vroeg me af: is dat Warenar gewoon een persoon die niets met vrolijkheid te maken heeft? Of is het Ware nar en dan aan elkaar geplakt: dus een echte nar – een echte vrolijkerd? ’s Avonds maar even in Wikipedia opgezocht. Ja!! Warenar is een blijspel – dus het heeft een vrolijke afloop. Maar dan wel geschreven in 1617… dus bijna 400 jaar geleden. En dan weer gebaseerd op een vertelling door een Romein… dus om daar nu over te schrijven in een blog over Apeldoorn? Met de haren erbij slepend lukt het misschien wel een stukje in elkaar te knutselen. Nee – dat is is toch ook niet wat… Laat ik dan nog maar eens verder zoeken.
Tijdens de wandeling ‘Water in de stad’ liep ik een stukje door de Beekstraat. Ja – de beek is daar weg, maar toch is er wel wat over te vertellen. In 1842 kreeg Apeldoorn voor het eerst een Raadhuis. En de Apeldoorners waren maar wat trots! Maar toch ook wel bezorgd: wat als er brand komt in dat mooie nieuwe gebouw? Hoe moest er dan geblust worden? Er was nog geen waterleiding in Apeldoorn. Er was nog nergens waterleiding in Nederland! Er waren wel een paar pompen in de Dorpsstraat (nu Hoofdstraat) maar men zag wel in: “als er echt brand komt is dat veel te weinig”. Men vergroef een beekje zo dat deze redelijk dicht langs het nieuwe Raadhuis kwam te lopen. Dus in geval van brand had men water dicht bij de hand. Het water van die beek is nooit gebruikt om brand in het Raadhuis te blussen. Na verloop van tijd kwamen er betere voorzieningen om branden te blussen dus de beek werd gedempt. Nooit nodig geweest!
Helaas: vrolijker kan ik het niet maken: ‘de beek die gelukkig nooit nodig was’. Dit is het en daar zult u het mee moeten doen.
Ik heb me voorgenomen: ik kondig voor mijn volgende blog geen onderwerp aan: de zoektocht naar een onderwerp viel me deze keer erg tegen. Dus welk onderwerp het volgende keer wordt? Gewoon afwachten maar!