Klein leed: afval monoloog

Maandag 5 oktober 2020

Door Henk Rijke

Kwaad, eigenlijk ben ik gewoon hartstikke kwaad. Ruim je troep op, denk ik, als ik deze maandagmorgen boodschappen ga doen. De afvalstort bij ons winkelcentrum is weer eens omgetoverd in een puinhoop. Ja, jongens pleur maar neer. Doe je dat thuis ook, denk ik dan.

Onwetendheid

Of zou het onwetendheid zijn. Mensen die nieuw zijn, in ons land, in onze gemeente. Of die de mogelijkheid niet hebben om spullen weg te brengen. Ik was verleden week zelf nog bij Aruba, kon overigens zo doorrijden, de ‘corona-opruimstorm’ lijkt te zijn gaan liggen. Het is daar perfect geregeld, ik werd keurig geholpen met al het hout, metaal, kunststof en schoon puin waarvan mijn garage al een paar maanden uitpuilde. Bij Aruba kan je prima terecht. Dat kan het dus niet zijn.

Overdag

Trouwens, ik zie bij onze supermarkt nooit iemand overdag een kast uitladen. Ik krijg visioenen van mensen die ’s avonds, of liever nog, in het holst van de nacht of bij het ochtenddauw, stiekem hun auto vol laden met ladeblokjes, plastic zakken en kartonnen dozen. Zouden ze schichtig om zich heen kijken, wetende dat dit niet echt de bedoeling is. Of zijn dit mensen die zich niets aantrekken van de mogelijkheden die onze consumptiemaatschappij hun in alle overdaad biedt.

Aanspreken

Ik vraag mij ook af wat ik zelf zou doen, als ik er toevallig langs zou lopen en de achterbak gaat net open. Zou ik er iets van zeggen. Mensen aanspreken op hun gedrag kent zo zijn nadelen tegenwoordig. Ik voel nu al de aarzeling die mij dan ook zeker zou overvallen. Ik hoop dat ik sterk genoeg zou zijn om mijn grote mond open te trekken: “Goedenavond, mag ik u er even op wijzen dat dit afval hier niet achtergelaten mag worden. Wellicht kunt u dit naar Aruba brengen?” Zou het iets uitmaken?

En wat zou hun reactie zijn: “Dank u wel, fijn dat u mij hierop wijst, eh, wanneer is Aruba open?”. Of treffen we dezelfde vuilniszakken vervolgens ergens in de berm aan, ergens op een verlaten weggetje.

Respect en frustratie

Het is klein leed. Ik geef het meteen toe. Ik heb, tot mijn eigen frustratie geen antwoorden en ik vind het te makkelijk om de huidige maatschappij, Corona, armoede, onwetendheid, het gebrek aan nabuurschap, de politiek of nog iets of iemand anders hier de schuld van te geven. Dit ligt volgens mij aan onszelf en aan niemand anders.

Ik voel overigens wel groot respect. Voor onze afval opruimers, zij die deze puinhopen elke dag aantreffen en met een opgeruimd gemoed de boel weer weghalen, alles weer netjes maken en ons daarmee voor een hoop ongedierte behoeden. Gelukkig doen zij hun werk. Als ik de volgende keer even moet wachten als er net even een container wordt geleegd, denk ik dat ik ze even bedankt voor hun goede werk. Dat durf ik in ieder geval wel.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door Nikki van de redactie
Meer dan 1.500 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!