TaalDigiHuis Apeldoorn helpt je door het internet
Door Kevin van Es
De wereld om ons heen wordt steeds digitaler. Of je nu een tech-expert bent of sinds kort overgestapt bent op een smartphone: het digitale tijdperk haalt ons stap voor stap in. Wie daar nog moeite mee heeft en graag digitaal vaardiger wil worden, kan terecht bij het TaalDigiHuis. Vrijwilligers beantwoorden vragen en begeleiden iedereen die hier (extra) hulp bij kan gebruiken, maar ook met vragen over taal en rekenen ben je van harte welkom.
In dit artikel nemen we een kijkje achter de schermen bij deze organisatie die mensen bij verschillende basisvaardigheden helpt. Of je nu worstelt met de digitale wereld of problemen hebt met de Nederlandse taal, het TaalDigiHuis staat voor je klaar. Kaylee Buitenhuis (projectondersteuner en medewerker Digitaal Meedoen) en Matthijs Terpstra (coördinator Digitaal Meedoen) werken allebei bij het TaalDigiHuis in CODA. Ze vertellen meer over het TaalDigiHuis en het aanbod. Matthijs woont al 20 jaar in Apeldoorn en Kaylee is hier niet geboren, maar wel getogen.
Kaylee legt uit dat CODA aparte diensten aanbiedt op het gebied van taal- en computervaardigheden. “Met het Taalhuis richtten we ons op alles wat met taal te maken had en met het Digihuis op alle digitale vaardigheden. Omdat we merkten dat het niet altijd logisch was om dit aanbod te scheiden, hebben we sinds 2023 al onze diensten samengebracht onder de naam TaalDigiHuis. Zo kunnen we direct schakelen wanneer iemand met een computervraag komt, maar het probleem eigenlijk te maken heeft met het niet goed beheersen van de Nederlandse taal. Andersom geldt vaak ook hetzelfde: “iemand geeft aan dat hij online niet goed zijn weg kan vinden, maar dan blijkt dat dat komt omdat hij moeite met lezen heeft.”
Binnen het team van het TaalDigiHuis zijn zeven medewerkers werkzaam. Daarnaast worden in totaal meer dan 130 vrijwilligers ingezet; ruim 30 digi-vrijwilligers en 100 taal- vrijwilligers. ”Vaak zijn dit oud-leraren of mensen die veel van (werken met) computers weten. Mede dankzij hun achtergrond en ervaring kunnen ze onze bezoekers en/of deelnemers op de beste manier helpen”, merkt Matthijs op.
“Van ons digi-aanbod wordt vooral gebruikgemaakt door ouderen. Bijvoorbeeld vrouwen wiens man overleden is die altijd de (online) bankzaken deed en die dat nu zelf moeten regelen. We zien vaak dat familie hen aanmoedigt om een computercursus te volgen, zodat ze dit zelf kunnen.”
Klik & Tik
“Wie helemaal nog niet op een computer kan werken, kan zich aanmelden voor de basiscursus Klik & Tik”, vertelt Kaylee. “Hierin wordt in zes dagdelen de basis uitgelegd, zoals het aan- en uitzetten van de computer, het geluid aanpassen, de computer in de slaapstand zetten, inloggen met DigiD en waar de speciale (lees)tekens op het toetsenbord staan.” Iedereen kan op zijn of haar eigen tempo werken en voor vragen terecht bij één van de drie vrijwilligers.
Informatiepunt Digitale Overheid en Digitaal Meedoen
Voor meer algemene vragen en tips kan iedereen terecht bij één van de speciale Informatiepunten. “Deze bezoekers hebben vaak al wel enige basiskennis en kunnen na hulp of tips van onze vrijwilligers vaak zelf weer verder”, licht Matthijs toe. Online contact met de overheid blijft voor veel mensen lastig. “Zo krijgen we vaak vragen over de enorme hoeveelheid stappen die je moet doorlopen wanneer je een e-mail krijgt met de melding “Er staat een bericht in MijnOverheid van de Belastingdienst.’ Daardoor geven veel mensen na de eerste handeling al op, terwijl ze nog een heel aantal stappen moeten volgen om het bericht te kunnen lezen.”
Matthijs benadrukt dat het niet lezen van dergelijke berichten tot grote problemen kan leiden: “Mensen missen op die manier belangrijke informatie en mogelijk ook geld in de vorm van een tegemoetkoming of toeslag bijvoorbeeld. Digitaal mee kunnen doen is dus echt cruciaal. Bij onze Informatiepunten kan daarom iedereen terecht met vragen over inloggen met DigiD of het aanvragen van toeslagen bijvoorbeeld.”
Het Taalcafé
Het Taalcafé bij het TaalDigiHuis in CODA is er voor iedereen die de Nederlandse taal beter wil verstaan en/of spreken. Door bijvoorbeeld (taal)spelletjes te doen, leren de deelnemers spelenderwijs de Nederlandse taal. Ze worden hierbij begeleid door een aantal van de vele taalvrijwililgers die opgeleid zijn tot taalcoach. “Omdat we zoveel mogelijk mensen willen bereiken, is de toegang tot dit Taalcafé gratis; ook hoeft men zich van tevoren niet aan te melden. Het is voor ons belangrijk dat onze deelnemers zich thuis voelen en dingen willen leren. Iedereen is welkom, ook als je bijvoorbeeld nog maar een paar woorden Nederlands kent. We moedigen iedereen aan om Nederlands met elkaar te praten, omdat dat de snelste manier is om de taal te leren,” legt Matthijs uit.
Verschillende locaties in en om Apeldoorn
De Informatiepunten Digitaal Meedoen en Hulp bij Taal zijn verspreid over diverse stadsdelen. Zo zijn er in Apeldoorn Informatiepunten bij CODA De Maten, CODA Centrale Bibliotheek, Buurthuis Maasstraat, Buurtpalet Orden, De Berkenhove en Gelre ziekenhuizen. Daarnaast is er een Informatiepunt in Uddel (Stichting Uddel Samen) en in Beekbergen (De Hoge Weye). Op de webpagina van het TaalDigiHuis vind je bij Informatiepunt Digitaal Meedoen en Informatiepunt Digitale Overheid een overzicht van alle locaties en tijden.
De keuze voor een Informatiepunt in Gelre ziekenhuizen Apeldoorn is niet toevallig gemaakt. Terwijl het ziekenhuis zich intensief bezighoudt met digitalisatie, hebben medewerkers opgemerkt dat er een specifieke groep is die moeite heeft met deze ontwikkeling en om die reden is de samenwerking met het TaalDigiHuis gezocht. “In het ziekenhuis wordt gebruikgemaakt van een online patiëntenportaal, maar voor sommige cliënten blijkt dit nog lastig te zijn”, laat Kaylee weten. “Onze vrijwilligers hebben een cursus gevolgd die verzorgd is door Gelre ziekenhuizen, zodat ze specifieke vragen kunnen beantwoorden.”
Uitbreiding Informatiepunten
Het aantal Informatiepunten is sinds 2019 verdubbeld. Inmiddels zijn deze op acht verschillende locaties te vinden, waarvan zes in Apeldoorn, één in Beekbergen en één in Uddel. Kaylee en Matthijs werken een jaar bij het TaalDigiHuis en hebben samen met hun collega’s ervoor gezorgd dat de Informatiepunten de nodige aandacht hebben gekregen en – mede daardoor – uitgebreid zijn. Matthijs vertelt: “We hebben actief gewerkt aan de uitbreiding van de Informatiepunten en zijn gegroeid van vier naar acht locaties. Daarnaast zijn we continu op zoek naar mogelijkheden om ons netwerk in Apeldoorn te vergroten en om in contact te komen met organisaties die vergelijkbaar werk verrichten. Ook hopen we dat maatschappelijke instanties die mensen met online- of taalproblemen ondersteunen deze mensen met ons in contact brengen, zodat we samen zoveel mogelijk mensen kunnen helpen.”
“In Nederland kunnen vier miljoen mensen niet of niet goed digitaal meedoen; dat is een kwart van de inwoners van Nederland. Als je dat doorrekent voor Apeldoorn, dan zijn dat ongeveer 40.000 mensen die digitaal niet vaardig (genoeg) zijn. We kunnen de digitalisering niet ongedaan of eenvoudiger maken, maar we kunnen hen daar wel bij helpen. En dat is waar we ons met het TaalDigiHuis elke dag weer mee bezig houden”, aldus Matthijs.
Cybercriminelen
Het internet ontwikkelt zich voortdurend, maar ook cybercriminelen worden met de dag ‘handiger’. “We horen steeds vaker verhalen van ouderen die per ongeluk op een verkeerde link geklikt hebben of een onveilige website bezocht hebben. Met deze vragen kunnen ze ook bij één van onze Informatiepunten terecht. We kijken dan met hen mee en geven advies hoe ze kunnen handelen wanneer ze weer een dergelijke mail krijgen,” vertelt Kaylee. Ze herinnert zich ook een vrouw die heel bang was om iets op de computer te doen. “Dergelijke gevallen komen helaas vaak voor. Vooral ouderen durven daardoor weinig online te ondernemen. Ze hebben wel de vaardigheden om op internet te navigeren, maar zijn bang om een verkeerde link aan te klikken. Voor al die mensen kan een (basis)cursus echt uitkomst bieden!”
Het is begrijpelijk dat mensen terughoudend zijn voor oplichting, vooral gezien de overvloed aan waarschuwingen, merkt Matthijs op: “Overal lees je dat sommige e-mails beter niet geopend kunnen worden. Hoewel het belangrijk is om waarschuwingen serieus te nemen, kan dit gevoel ook doorslaan naar de andere kant. Onze focus ligt vooral op het laten zien van wat je positief allemaal online kunt bereiken.”