Mannen in de mode: Remy Verzantvoort

Remy Verzantvoort heeft een atelier annex winkel aan de Stationsstraat in de schaduw van het marktplein. Hij maakt sieraden. Mode en trends volgt hij op de voet.

Ben je ambachtsman of kunstenaar?
,,Ik hou het op ambachtsman met een gevoel voor esthetiek. Dat laatste vind ik net zo belangrijk als techniek. Soms maak ik dingen die kunstzinnig bedoeld zijn. Maar mijn werk is voor 95 procent ambachtelijk.’’

Jouw moeder is de kunstenares Elly Corstjens. Wat is haar invloed op jou geweest?
,,Al heel jong kwam ik in aanraking met kunst. Zij heeft de interesse in kunst in het algemeen bij mij aangewakkerd. Mijn voorkeur kwam te liggen op het gebied van de toegepaste kunst.’’

Welke opleiding heb je gevolgd?
,,De MTS-vakschool in Schoonhoven. Voorheen een academie op HBO-niveau. Ik ben er in 1983 begonnen en ben in 1987 afgestudeerd. Ik heb stage gelopen bij Juwelenindustrie Van den Eersten in Amsterdam. Puur voor de techniek. Werken met edelstenen. Daarna heb ik mijzelf ontwikkeld waarvan zes jaar in loondienst. Ik ben freelancer/zzp-er geweest. Sinds twee jaar heb ik aan de Stationsstraat een winkel/atelier.’’

Die winkel ben je begonnen in de nadagen van de crisis.
,,Ja bewust. Mijn idee was dat je beter in een stilstaande trein kunt stappen. Ik had echt niet het idee dat de crisis over was. Ik had wel de hoop om te profiteren vanaf het moment dat de trein zou gaan rijden. En die komt nu schoorvoetend op gang. Ik merk wel dat er wat beweging is, maar we zijn er nog niet. ‘’

Wat is jouw mooiste opdracht tot nu toe?
,,Een set voor een vrouw kort voor de viering van haar 50-ste verjaardag. Een armband, hanger en oorsieraden van 18 karaats goud en diamanten. Ik was op een bruiloft in Servië toen ik vanuit Brabant werd gebeld. Ik kreeg een ontroerde jarige aan de telefoon. Heel mooi.’’

Wat zijn de grote veranderingen in jouw vakgebied?
,,Op dit moment is het digitaal ontwerpen en produceren. Verder is het gebruik van kleuren nu echt een mode-item. Een juweel voor altijd is wat minder geworden. Als een sieraad versleten is, of men is er op uitgekeken dat krijg je het verzoek om het om te smelten en er weer wat nieuws van te maken. Het is wat vergankelijker allemaal.’’

Hoe houd je de trends bij?
,,Met een plakboek. Ik verzamel uit de bladen van alles wat met kleur te maken heeft. En dat beperkt zich niet alleen tot juwelen. Van bankstellen tot kleding. Mode is heel belangrijk geworden. Op de tweede plaats komen de beurzen. De Juwelenbeurs van Bazel, de grootste ter wereld, is bepalend voor de grote lijnen. Wat je in het komende jaar zoal kan en mag verwachten. Voor de trends ga ik naar kunstbeurzen.’’

Hoe ziet jouw klantenbestand er uit?
,,Grosso modo: 45-plus. Opleidingsniveau HBO en van middenklasse tot hoog. Vooral vrouwen. Ze zijn modebewust en vaak geïnteresseerd in kunst. Ze tonen lef, willen geen hapklare brokken. Ze komen voor tachtig procent uit Apeldoorn.’’

Hoe zit het met het herensieraad?
,,Dat komt in Nederland moeizaam van de grond. En in Apeldoorn vrijwel niet. Hier en daar een ring. Het horloge is by far de nummer 1. De dasspeld? Helemaal uit de mode. Verder heb ik twee paar manchetknopen op voorraad.’’

Wat is jouw mooiste verhaal achter een sieraad?
,,De drie, vier opdrachten die ik vorig jaar heb gekregen van 21-jarige vrouwen. Ringen. Dat is heel dankbaar werk. De dames zijn erbij betrokken, bepalen de lijnen en zijn heel kritisch. Maar ik mag het invullen. Dat is heel mooi werk. Dit jaar heb ik maar 1 zo’n opdracht gekregen. Een hanger.’’

Wat kost een sieraad bij jou?
,,Zo tussen de 500 en 2500 euro. Voor dat laatste heb je een mooie ring met diamant. Maar het kan ook duurder. Ik heb oorsieraden van 8000 euro op voorraad. Een investering die op termijn moet gaan renderen, ja. Maar als het niet hebt, kun je ook niet verkopen.’’

Wat is jouw grote wens?
,,Waar ik op den duur naar toe wil is meer barok. Grote ringen met grote stenen en daarmee bedoel ik diamanten. Opvallende sieraden. Dat is voor Apeldoorn niet te doen. De kans dat je die ooit verkoopt is vrijwel nihil. Niet dat ik hier weg wil. Ik kan ze in Apeldoorn toch maken en elders verkopen. Om je vleugels uit te slaan heb je de sociale media nodig. Op dat gebied valt er voor mij nog veel te doen. Dat merk ik nu al. Ik haal er werk uit.’’