‘t Bunkertje prooi van dubbelhartig softdrugsbeleid

Sinds september 1991 runt Ricardo de Kom coffeeshop ’t Bunkertje aan de Laan van Mensenrechten, vlak naast het spoor. Het karakteristieke felgroen/oranje kleine gebouwtje bedient dagelijks zo’n achthonderd tot duizend klanten en er waren twaalf medewerkers. De tamelijk nieuwe burgemeester John Berends heeft hier vorige maand een einde aan gemaakt door de gedoogverklaring in te trekken, omdat er in een opslagpand ‘een te grote hoeveelheid’ hennep is ontdekt. Voor velen (vooral omwonenden) bleek het een verademing wegens ondervonden overlast, voor veel anderen (inclusief coffeeshophouder De Kom en diverse politieke partijen) onacceptabel en onbegrijpelijk.

Dat het inderdaad onacceptabel en onbegrijpelijk is, blijkt wel als je de Nederlandse wetgeving rondom softdrugs erop naslaat. Zo is het verhandelen, telen en gebruiken van cannabis nog steeds officieel verboden, maar wordt verkoop, ‘aan de voordeur’ gedoogd, terwijl voor aanvoer, ‘aan de achterdeur’ nog altijd geen duidelijk beleid is. Gemeente, politie en justitie lijken te vergeten dat voor verkoop ook bevoorrading nodig is. Kortom: het softdrugsbeleid in Nederland is compleet hypocriet en daardoor is de rechtspraak rondom zaken als ditmaal rond ’t Bunkertje onhoudbaar. De PvdA wil tijdens de raadsvergadering op 7 maart de zaak aan de orde stellen en ook D66 en GroenLinks willen meer algemeen praten over het dubbele softdrugsbeleid in Apeldoorn.

Hoe zat het ook alweer?
Eind vorig jaar ontdekte de politie ongeveer twintig kilo aan hennep en hash en zo’n 4500 voorgedraaide joints in een extern pand van een leverancier van ‘t Bunkertje. Dit is genoeg om ’t Bunkertje zo’n twee weken te bevoorraden. Volgens de wet mag men een externe voorraad genoeg voor een maand bezitten. De rechter legde desondanks een voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf van 240 uur en een boete van twintigduizend euro op.

Daartegen ging De Kom in beroep. Als motivatie voert hij aan dat bij een soortgelijk geval in Almere (waar zelfs een externe voorraad van zestig kilo -voor een maand- werd gevonden) het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk werd verklaard, oftewel, er was geen reden voor berechting. De Kom gaat er vanuit dat hij zal worden vrijgesproken en hij vindt dat hij in afwachting op die uitspraak zijn zaak draaiende mag houden. Na het intrekken van de veroordeling ziet De Kom geen reden meer om zijn gedoogvergunning in te trekken, schrijft hij in een brief aan de gemeente.

De Graaf: “Raar beleid”
Onze vorige burgemeester, Fred de Graaf, pleitte al in 2008 voor een duidelijk achterdeurbeleid. In de Stentor meldde hij destijds dat hij het raar vond dat leveranciers van coffeeshops worden vervolgd, terwijl coffeeshops ervoor zijn om mensen van harddrugs af te houden. Ondanks dat driekwart van de burgemeesters het met hem eens was, waren en zijn de minister van Justitie en het Openbaar Ministerie verantwoordelijk voor (het veranderen van) de wetgeving omtrent dat beleid. Overigens vond De Graaf dat ’t Bunkertje niet voor overlast zorgt, zoals De Kom ook nu vindt.

Bizar is dat in de 21 jaar dat De Kom ’t Bunkertje runt, nooit een controle is geweest van politie op externe voorraad, maar dat er nu ineens sprake zou zijn van een overtreding. Dat terwijl je kunt aannemen dat bij achthonderd tot duizend klanten per dag een winkelvoorraad van maximaal vijfhonderd gram te weinig is (er mag vijf gram per klant per dag verkocht worden). Daar De Kom dus al meermaals per dag zijn voorraad moet bijvullen door beroep te doen op de externe voorraad (die zoals de wet voorschrijft verder dan twee kilometer van zijn zaak ligt en een andere eigenaar heeft) en daarbij nooit de regels heeft overtreden, is dit een uiterst vreemde gang van zaken. Bovendien volgt bij vermoedens van wetsovertreding normaal gesproken altijd eerst een waarschuwing, dan een tijdelijke sluiting en pas bij een derde overtreding een definitieve sluiting.

Als de huidige burgemeester Berends door het recht in eigen hand te nemen ‘wint’ van De Kom, zijn er nog maar drie coffeeshops over in Apeldoorn. De Kom is ervan overtuigt dat er door het verdwijnen van ‘t Bunkertje meer verkoop zich zal concentreren op straat en dus criminaliteit in de hand zal werken. Dat terwijl hij altijd heeft samengewerkt met politie en gemeente om een zo gecontroleerd en overlastbeperkend mogelijk beleid te voeren rondom zijn coffeeshop.

We zullen zien wat de vergadering op 7 maart oplevert.