Geen nieuw centrum en Caterplein

Vorige week hield Apeldoorn Direct een Poll met de vraag, waarop jij het liefst zou willen bezuinigen. Hoewel we van kind of aan al klagen over het gebrek aan nachtleven en een gebrek aan een gezellig uitgaansplein, ondanks het Caterplein, bezuinigt de Apeldoorner toch het liefst op deze sector. Bijna 1/3 van de stemmers laten de verbetering van het uitgaansleven over aan weer een generatie later.

Men is in ieder geval niet te porren voor een mooier en functioneler centrum, want ook de vernieuwing van het centrum  – plannen die de gemeente toch echt heeft – kan ruim 20% van de Apeldoorners gestolen worden. Leegstand tot gevolg en wij zijn zeer benieuwd wat de oplossing daar tegen is, als het centrum voorlopig niet op de schop gaat.

Ook de subsidies voor de sport moet het ontgelden. Mensen schijnen die verantwoordelijkheid neer te leggen bij het bedrijfsleven of de portemonnee van de ouders. Het bedrijfsleven – dat ook geen makkelijke tijden kent – zullen niet happig zijn om meer geld te steken in de (breedte)sport. Bovendien zit de culturele markt ook te trekken aan deze sector. Dan komt de onvermijdelijke contributieverhoging te liggen bij de ouders, wat ongetwijfeld een aantal sporten tot een luxe maakt. De hele filosofie van de breedtesport gaat daarmee aan diggelen. Sporten is dan niet meer voor iedereen weggelegd.

Wat op valt, is dat groen en duurzaamheid niet hoog in het lijstje met bezuinigingen staat. Zien mensen dan het nut in van goede groenvoorzieningen en bovenal duurzame projecten? Betekent dan dat de Apeldoorn langzaam maar zeker duurzaamheid begint te accepteren, zoals door Bert Klaaysen in zijn column als broodnodig omschreef?

Hoe dan ook, de mensen die gestemd hebben, hebben duidelijk geen trek in een levendig centrum als dan ten goede komt van de gemeentekas. Betekent dat we dus nog even tegen lege winkels aan moeten kijken en nog even een paar jaar door kunnen klagen over het gebrek aan een gezellig en georganiseerd uitgaansplein. Maar wat maakt dat nu nog naar 20 jaar uit. Het geklaag van onze kinderen is immers ouderwets nostalgisch. Zo kennen we Apeldoorn toch?