helder licht

Zondag 21 december 2014

Door Stukslaan

Van de week kloeg een van onze kinderen erover dat het te donker was achterin de huiskamer. Daar was ik het wel mee eens. Dus ik op stap voor een lamp. Tenslotte zitten er op het plafond drie afdekplaatjes van niet gebruikte lichtpunten. Het probleem lijkt dus makkelijk op te lossen.

De gedachte ging uit naar een plafonnière, wat een duur woord is voor lichtbobbel. Je kunt daarvoor naar de lampenspecialist maar ik koos voor Leen Bakker. Wat Dirk is voor voedsel, is Leen Bakker voor huisraad. Ik weet niet wie Leen Bakker was maar aan het assortiment te zien was dat geen nobelprijswinnaar. Meer een soort strodakdekker, poepschepper of lantaarnontsteker. In elk geval kun je er aardige dingen kopen als je niet al te allergisch bent voor de service.

Eenmaal thuis begin ik meteen met het monteren. Het is trouwens geen lichtbobbel geworden maar een soort negenarmig gedierte. Van onderaf gezien is het inderdaad een draak van een lamp. Het monteren is zoals verwacht een klusje in de categorie kut. Het onderplaatje van de lamp moet op het plafond bevestigd worden. Je gaat er vanuit dat er zo’n 150 jaar na de uitvinding van elektriciteit enige standaardisatie in dat domein is gekomen maar vergeet het maar. De bevestigingsplaat kent twee gaatjes die 7 cm uit elkaar zitten. Het plafondinbouwdoosje heeft twee schroefgaten die 6 cm uit elkaar zitten. Dat betekent dat ik met de metaalboor een extra gat in het plaatje van de godvergetenretedure lamp kan gaan zitten boren. Dat lukt wel maar dan begint het hoofdstuk ruim-een-kwartier-boven-je-hoofd-met-een-bungelde-lamp-staan-klooien-om-de-elektriciteitsdraadjes-in-die-peuterige-gaatjes-van-dat-dito-kroonsteentje-te-frotten. Maar ook dat: lukt!

Als de draak hangt moeten de halogeenlampjes er nog in. Als die geplaatst zijn volgt het makkelijkste: de witglazen kelkjes er overheen klikken. Acht stuks zitten er in notime op. Dan nummer 9. Krak. Het witglazen kelkje breekt zomaar doormidden. Fuk. Nu kan ik terug naar de bakker om te proberen een nieuw kelkje te bemachtigen. En dat betekent dus dat ik me op de eerder genoemde service mag gaan beroepen.

Twintig minuten later loop ik de winkel in met de lege doos onder mijn arm (serienummers! streepjescodes! fabrikantcode!) en in mijn hand de kassabon en het kapotte kelkje. Bij de Klantenservice staat maar één klant dus dat is zo gebeurd denk ik nog. Achter de balie zit een zekere Ellen. Ellen werkt vrij precies maar laat zich absoluut niet opjagen, leer ik. Ze is vrij relaxed. Om preciezer te zijn: Ellen is niet vooruit te BRANDEN. Ellen is zo traag als dikke stront door een trechter. Tegen de berg op.

De klant voor mij heb ik niet horen vertellen wat zijn probleem is. Maar wat wel duidelijk wordt is dat hij niet zomaar met een kapot lampje is komen aanzetten. Zijn kassabon is ongeveer 600 centimeter lang en wordt thans door geachte Ellen minutieus van begin tot eind geanalyseerd. Tussen de duizend artikelen die de man kennelijk gekocht heeft zitten een stuk of tien dingen waarom het gaat. Gekocht toen tegen een andere prijs dan nu in de winkel. Moeten geruild of om een andere reden gecrediteerd. BTW klopt niet. Codes zijn veranderd. Op de verkeerde categorie geboekt. Ellen heeft er een zware dobber aan. Ze moet twee rekenmachines gebruiken, bellen, een kladje bijhouden waar ze dingetjes op afvinkt, weer bellen, in een groot boek iets opzoeken en onderwijl hardop nadenken. Ter controle wordt alles nog eens overgedaan. Uiteindelijk, we zijn inmiddels 25 minuten verder, verschijnt een glimlach op haar gezicht en wordt de klant verteld dat het geregeld is. De 600 centimeter lange kassabon moet alleen nog even worden gekopieerd. Het duurt maar een minuutje of 5 voordat het kopieerapparaat opgewarmd is. Dan gaat de bon in delen op de glasplaat. Als dat allemaal klaar is, verrraadt de frons op Ellens voorhoofd dat ze eigenlijk twee kopieën had moeten maken. Eén voor de klant en één voor de boekhouding. Dan de zojuist gemaakte kopieën maar opnieuw kopiëren. Dat is makkelijker dan de hele lange bon. Het duurt maar een minuutje of 5 voordat het kopieerapparaat weer opgewarmd is. Want dat had ze natuurlijk alweer uitgezet. Dan krijgt de klant een hele stapel papieren en wat vage instructies over wat hij nog aan de kassa moet regelen. De klant breekt gauw het telefoongesprek af dat hij voerde om zijn vrouw te laten weten dat het vandaag helaas ietsje later wordt.
En dan, YESSS, ben ik aan de beurt!

Ik leg mijn probleem bloot. Voordat ik ben uitgepraat zegt Ellen: ‘Daarvoor moet u op de lampenafdeling zijn. Ik zal een collega oproepen die u daar zal helpen’.

Als ik een strafblad had gehad, had een kortstondige maar zware mishandeling er nog wel bijgekund. Maar beheerst als ik ben bedank ik haar vriendelijk voor de geboden service.

Boven bij de lampen valt het alles mee. Een andere Ellen (ik denk dat ze daar allemaal Ellen heten) komt opeens uit een soort kast tevoorschijn als ik de afdeling betreed. Ik laat het kelkje zien en ze vraagt ‘Hejje de bon nog?’. Ze geeft me zonder mokken een nieuw kelkje mee. Een andere lamp wordt ter plekke voor dat doel opgeofferd. Dat ik min of meer zelf, misschien door wat te stevig drukken, het kelkje had gemold hoefde ik niet eens op te biechten.

Ik haast mij de winkel uit. Ik moet langs de Klantenservice en de kassa. Ellen nummer 1 is op haar dooie gemak met de volgende klant bezig. Er staat inmiddels een rij tot aan de ingang.
Ellen kijkt me even aan als ik langsloop.
‘Helder licht!’, denk ik.

-jertaa

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!