Theaterreis door wondere wereld van Sven Ratzke
Door David Levie
Gevoel beschrijven blijft lastig. Onze taal leent zich daar niet goed voor. De Portugees heeft zijn saudade. De mengeling van gevoelens die gaan over verlies, afstand, gemis en liefde is niet te vatten in ons woordje weemoed. De Duitser heeft Sehnsucht, vol verlangen aan iemand denken, niet te vertalen eigenlijk. En wij hebben Sven Ratzke, een artiest die zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen naar boven laat komen. Eentje van een andere planeet. Die zich niet in hokjes laat stoppen. En daar hebben wij als ‘nuchter’ volkje moeite mee.
In de theaterwereld proberen recensenten hem te duiden. Ze goochelen met begrippen als androgyn, bizar, surrealistisch, absurdistisch, hilarisch en extravagant zonder de kern ook maar enigszins te raken. Ze zouden hun gevoel – voor zover aanwezig – moeten laten spreken om een beetje in de buurt te komen. Beroepsmatig houden ze afstand om zo objectief mogelijk te kunnen waarnemen. En te oordelen. Lees de recensies van de kwaliteitskranten er maar eens goed op na. Bijna wetenschappelijk proberen ze Ratzke en zijn shows te ontleden. De mislukking van die poging ligt steevast op de loer.
Want Sven Ratzke is zo veelzijdig dat een recensie een onbegonnen zaak is. Er zijn immers maar twee mogelijkheden: je laat je je meeslepen naar zijn wereld in de twiligthzone van werkelijkheid en fantasie, óf je doet dat niet. Besluit je dat laatste, dan heb je zijn voorstelling gemist en kun je er niet zinnig over schrijven. Laat staan je sterren erop los te laten of wat voor onzinnig beoordelingssysteem ook. Doe je dat wel, dan heb je geweldige avond gehad. En daar moet je het mee doen. Dan heb je een caleidoscopische wereld betreden die je de adem af en toe beneemt, zinsbegoocheling oproept en die je nog dagenlang doet duizelen.
Ratzke is er namelijk eentje die ze in Frankrijk ‘hors categorie’ noemen. Liefhebbers van de Tour zijn ermee vertrouwd. Een berg zo hoog, stijl of door gebrek aan schaduw zo onbarmhartig dat die niet meetelt in het puntenklassement der hoge bergen. Ratzke kan zingen, dansen, verhalen vertellen, bewegen, de zaal bespelen, intimiteit oproepen, flirten, schmieren, uitdagen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar bovenal roept hij sfeer op. Of beter gezegd sferen. Nu eens fijngevoelig, dan weer vilein, maar nimmer grof.
Mij raakt hij het meest wanneer hij – de zoon van een Nederlandse moeder en een Duitse vader – de sfeer oproept van het interbellum, de periode tussen de beide Wereldoorlogen. Zijn wortels zijn diep verankerd in de wereld van Brecht en Weil. Niemand heb ik de Alabama Song (Whisky Bar) mooier zien en horen vertolken dan Sven Ratzke. Net zo makkelijk beweegt hij zich in de wereld van de pop (Bowie), songs (Shirley Bassey) en het chanson (Shaffy, Brel). Duits, Engels, Amerikaans, Amerikaans met Duits accent, Nederlands, het gaat hem allemaal speels en moeiteloos af.
Gisteravond, donderdag 21 maart, maakte zich vervangende schaamte van mij meester. De Kleine Zaal van onze cultuurtempel telde wel heel veel lege plekken. Te veel voor iemand van het kaliber Ratzke. Zijn show For One Night Only, was er een eentje voor de ware liefhebber. Want die zaten er wél. Ratzke en zijn meesterlijke begeleider Christian Pabst hadden er als echte profs geen moeite mee. Maastricht, Amsterdam, Berlijn, Keulen, Hannover en Zurich liggen nog in het verschiet. Een aantal is nu al uitverkocht. Er wacht nog zoveel moois op Ratzke, inclusief een toer door Australië. ,,Apeldoorn, blijf me uitnodigen, ik kom graag terug”, zei Ratzke. Een groot artiest in een wat cultuur betreft kleine, soms kneuterige en kleinzielige provinciestad. Maar wel met een theater dat Ratzke-waardig is. Hoop doet leven….
Orpheus 21 maart, Altiozaal. Sven Ratzke in For One Night Only
REACTIES