In Beeld: Margaret Bakker, voorzitter van wijkraad Brink en Orden

Zaterdag 19 maart 2022

Door Ben Eggermont

Margaret Bakker is voorzitter van de wijkraad Brink en Orden, tot voor 2 jaar galeriehoudster van Galerie Zaay! aan de Asselsestraat en wijdt zich weer meer aan de beeldende kunst.

 

…dat je opkomt voor de belangen van de bewoners van de wijk. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan…

 

Wat wordt er verwacht van een wijkraadslid?

“Ik ben voorzitter van de wijkraad. Ja, wat verwachten bewoners van een wijkraad, want daar gaat het natuurlijk om. Wat wordt er dan van jou als wijkraadslid verwacht, dat is dat je opkomt voor de belangen van de bewoners van de wijk. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik geef altijd maar het voorbeeld, de ene bewoner zegt: ‘We willen meer parkeerplaatsen in de straat’ en de ander zegt: ‘Al dat blik in de straat, wil ik niet, ik wil meer groen’. Wat is dan het belang van de wijk? We houden ons als wijkraad bezig met de openbare ruimte, zoals verkeer, groen, wonen maar ook met het welzijn van de bewoners. We bemoeien ons niet met individuele zaken. Mochten we zaken waarnemen waarvan je je afvraagt wat er aan de hand is, dan nemen daarover contact op met bijvoorbeeld Stimenz of met de wijkpolitie. Inhoudelijk bemoeien we ons niet met persoonlijke zaken.”

Over Margaret

Geboren: in Apeldoorn
Broers-Zussen: 1 broer en 2 zussen
Verliefd, verloofd, getrouwd: ik ben single
Kinderen: 1 zoon en 1 dochter en 4 kleinkinderen
Meest trots op: dat mijn kinderen uitgegroeid zijn tot onafhankelijke en goede volwassenen; dat ik naast mijn werk een HBO en universitaire opleiding heb gedaan, en de Kilimanjaro heb beklommen
Raakt geïnspireerd door: enthousiaste, positieve en energieke mensen
Hekel aan: hypocrisie
Is gek op: mensen ontmoeten, diepgaande gesprekken voeren of heerlijk oeverloos kletsen
Welk boek ligt er op je nachtkastje: Het geweld van geld. Op zoek naar de ziel van de economie van de Belgische filosoof Antoon Vandevelde
Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken: nergens voor

 

Hoe komt zo’n raad tot stand?

“Dat gaat via het systeem van coöptatie, waarbij het bestuur zelf voorziet in nieuwe leden. We proberen mensen aan te trekken of mensen melden zich aan. Vervolgens gaan we binnen het bestuur in gesprek met de kandidaten: wat verwacht je ervan, wat wil je, wat heeft je belangstelling, wat is je expertise. Zo zorgt het bestuur zelf voor de bestuurlijke continuïteit. Het is vervolgens aan de bewoners in de algemene vergadering om al of niet goedkeuring te verlenen aan de benoeming. Alle bewoners zijn in principe lid. We zijn officieel een vereniging en houden twee keer per jaar een ALV, de algemene leden vergadering. Eén in het voorjaar waarin het bestuur zich verantwoordt over het afgelopen jaar, inhoudelijk en financieel en één in het najaar over de begroting en de plannen. De leden spreken zich dan uit over de bestuursvoorstellen.”

 

Oorspronkelijk was de relatie met de gemeente vastgelegd in de verordening ‘Dorps- en wijkraden’, daarin stonden onze verplichtingen en bevoegdheden.

 

Wat is het de relatie tot de gemeente?

“Dat is nu een beetje ingewikkeld. Oorspronkelijk was de relatie met de gemeente vastgelegd in de verordening ‘Dorps- en wijkraden’, daarin stonden onze verplichtingen en bevoegdheden. Voorts ook hoe de subsidie was geregeld. Maar de gemeenteraad heeft anderhalf jaar geleden besloten om die verordening om zeep te helpen en te zeggen: ‘We willen meer doen aan burgerparticipatie. De burger kan zelf wel beslissen wat hij het beste vindt en de burger mag zelf initiatieven nemen en in die zin zijn de dorps- en wijkraden niet meer nodig.’ En kregen we geen subsidie meer. We hebben heel veel gesprekken hierover gehad met de wethouder. De gemeenteraad heeft uiteindelijk besloten. Er zijn inmiddels verschillende wijkraden gestopt. De gemeente zegt: ‘We hebben een initiatieven makelaar. Als individuele burger, straat of vereniging kun je subsidie aanvragen voor een project voor maximaal €5000.’ en voegt daaraan toe; ‘Dat kunnen jullie toch ook doen?’ Maar als we nu voor elk initiatief subsidie moeten aanvragen, dat gaat niet werken. Een volgende keer is het antwoord nee of de pot is leeg. Dat biedt geen continuïteit in onze beleidsvoering. Neem ons wijkblad, dat kost per keer €7000 en er zijn afspraken waar we ons aan moeten houden zoals met adverteerders, drukkerij en dergelijke. Als bestuur hebben we gezegd we stoppen aan het eind van het jaar. We hopen dat er bewoners zullen zijn die het van ons willen overnemen. In het eerst komend nummer van het wijkblad zullen we de bewoners inlichten.”

Je hebt een galerie gerund, wat moet je doen om succes te hebben met je galerie?

“De galerie heb ik zes jaar gehad. Ik heb vroeger wel heel veel getekend en geschilderd. Maar op een gegeven moment kom je in de fase van kinderen en werk en kom je er niet meer aan toe. Tien jaar geleden was ik op wintersportvakantie en op de eerste dag brak ik mijn knie, maar het was prachtig weer. Ik ben gewoon gebleven en kon heel veel nadenken. Ik werkte als onderwijsmanager binnen het HBO en binnenkort zou ik daar uit stappen en ik vroeg me af: wat wil ik nou, en dacht: ik wil iets met kunst en ik wil zelf weer schilderen en tekenen. Ik wilde ook andere mensen de gelegenheid geven om hun werk te laten zien. Op dat gebied heeft Apeldoorn niet zoveel. Ik ben rond gaan kijken en ik vond via-via het pandje aan de Asselsestraat. Een voormalige zaadhandel. Het moest wel even wennen aan het ondernemer zijn. Ooit bijna vergeten de 3-maandelijkse BTW-aangifte te doen. Administratie is niet echt mijn favoriete bezigheid. Je moet iets met kunst hebben, je moet open staan voor allerlei soorten en vormen van kunst en wie is de kunstenaar achter het kunstwerk, vind ik ook heel belangrijk. Je moet een relatie opbouwen met de kunstenaar. In het eerst richtte ik me op Apeldoornse kunstenaars, later ook buiten Apeldoorn. Daarnaast moet je ook een beetje commercieel gevoel hebben. Je moet ook verkopen, de huur moet wel opgebracht worden. Dat ging me redelijk af, ik ben opgegroeid in een ondernemersgezin.”         

Past een galerie in de traditionele vorm nog wel in deze tijd waarin bijna alles digitaal is?

“Naar mijn mening zal er behoefte blijven bestaan aan galeries. Er moet ook ruimte zijn voor nieuwere kunstvormen als digitale kunst, installaties, video en performances. Kunst moet je zien, moet je voelen. Je kunt van internet niet een schilderij kopen, dan koop je een plaatje. Je wilt de structuur zien, de echte kleuren, bij een beeld wil je omheen kunnen lopen en voelen. Ik denk dat een galerie voor kunst nodig blijft.”

 

En al dat gezeur over Apeldoorn heeft niet veel, is onzin. Apeldoorn heeft een heleboel, we hebben een museum, een groot theater. We hebben Filmhuis Gigant, zomers de Stadsoase. We hebben kroegen, restaurants en festivals…

 

Na het wegvallen van de galerie (je eigen keuze), kwam er toen een zwart gat al dan niet groot of klein?

“Nee zeker niet, ik heb een grote tuin die veel tijd vraagt, ik ben meer aan sport gaan doen en ik heb kleinkinderen. Ik heb dat met mijn werk ook altijd gedaan. Na een jaar of zes/zeven dacht ik: ik moet weer eens wat anders gaan doen. Het lastige van een galerie is dat je juist op weekend dagen open moet zijn en ik wilde ook wel eens andere dingen doen. Het is en blijft altijd een verplichting. Dat werd op het laatst toch wel een beetje lastig. Ik wilde graag werk laten zien over de volle breedte van abstract tot realisme en alles er tussen in.

Hoe heb je Apeldoorn zien veranderen vanaf je kindertijd tot nu?

“Vroeger was Apeldoorn inderdaad een dorp, we gingen ook naar “het dorp” en nu is Apeldoorn een stad. En al dat gezeur over Apeldoorn heeft niet veel, is onzin. Apeldoorn heeft een heleboel, we hebben een museum, een groot theater, we hebben een paar galeries die we vroeger niet hadden. We hebben Filmhuis Gigant, zomers de Stadsoase. We hebben kroegen, restaurants en festivals. Een prachtige natuur in de omgeving. We hebben ook in het centrum prachtige stadsparken. We moeten niet zeuren, en dat meen ik echt. Ik vind Apeldoorn een hele fijne stad. Hoewel ik een groot deel van mijn leven niet gewerkt heb in Apeldoorn. Ik heb in Zwolle gewerkt, in Utrecht en in Enschede. In mijn galerietijd heb ik pas heel veel Apeldoorners leren kennen. We moeten trots zijn op Apeldoorn.”      

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over ondernemen

ONDERWERPEN

In Beeld Portretten
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!