Een lentefeest: gouden sneeuw

Het begint omstreeks eind maart met een regen van kleine bruine korreltjes, die goed zichtbaar is op het autodak, de motorkap en de tuintafels. Het zijn beschermhulsjes van de kogelronde iepenknoppen. De bloeiwijze zien mensen zelden omdat veel bomen in het openbaar groen erg hoog
opgesnoeid worden. Het lijken daarna wel pleeborstels. Dan komen uit die knoppen flinterdunne ovale, geelgroene, trosjes zaden. Velen denken dat de blaadjes verschijnen maar niks daarvan. Iepen behoren tot de naaktbloeiers die doen alles in fasen.

Die iepenzaden zorgen voor een geelbruine regen van ovale stuivers. In de film De Wilde stad spraken ze over ‘gouden sneeuw’. Soms weer een  aanleiding om de Rijdende Rechter in te schakelen als dakgoten verstopt raken door de iepenzaden van de buren. Deze gouden sneeuw is een voedingsbron voor bepaalde vogelsoorten, zoals meerkoeten. De miljoenen zaden die de grond bereiken kiemen niet spontaan, dat is mooi meegenomen voor de groendiensten.

Amsterdam is de stad van de iepen, ook wel olmen genoemd. Amsterdam is helemaal de stad in Europa met de meeste bomen, waarvan 75% iepen. In Apeldoorn ligt dat percentage op bijna 4%. Iepen laten zien dat ze een levensbedreigende plaag kunnen overleven. Dankzij onderzoek zijn resistente soorten gevonden, die niet gevoelig zijn voor het verwoestende werk van de iepenspintkever. Zodat nieuwe iepen weer een plek in het bomenbestand kunnen innemen.

Door: Yvonne Zwikker, IVN natuurgids