Kijk op de Wijk: Rietdekkersdreef

Zoals bijna alle straten in de wijk de Maten heeft ook deze straat de naam van een oud beroep: rietdekker. Wie kent niet de rietgedekte huizen?

Rietdekken is al heel oud: “sinds mensenheugenis gebeurt dit al” wordt wel gezegd. Vroeger was het goedkoop: riet genoeg uit de kop van Overijssel: natuurgebied de Wieden. Daar groeit nog steeds riet. Maar omdat de natuurbescherming prioriteit heeft komt tegenwoordig het meeste riet uit China. Er komt ook nog wel wat uit het oosten van Europa: Hongarije, Oekraïne, Oostenrijk en zo.

Zo’n rieten kap ziet er in het algemeen mooi uit. Voordeel van zo’n kap is dat het heel goed isoleert: koel in de zomer, warm in de winter. Maar er zijn niet alleen voordelen. Nadeel: wanneer het heel lang droog is dan vat zo’n kap vrij gemakkelijk vlam en blussen valt dan niet mee. De brandweer zet bij zo’n brand een specialistisch team in. Blussen blijft lastig, dus eerste prioriteit van zo’n team is dan: voorkomen dat de brand zich over het hele dak uitbreidt. Er wordt een deel van de rieten kap weggehaald: dan gaat het hele huis (hopelijk) niet verloren.

Om de combinatie rieten dak en houtkachel veiliger te maken was het vroeger ook al de gewoonte een schoorsteen te bouwen die boven het rieten dak uitsteekt. Dan landen vonkjes niet zo snel op het dak.

Nu dan over de Rietdekkersdreef. Een straat in de Apeldoornse wijk de Maten. De Dreven-buurt werd als eerste onderdeel van deze wijk ontwikkeld. In 1972 werd de eerste woning in deze buurt opgeleverd. Bij de aanleg van deze wijk werd gedacht dat de waterstand in deze best wel laag gelegen wijk het beste gereguleerd kon worden door aanleg van drainage: buizen onder de grond die water afvoeren.  De Heidemij legde deze buizen aan met grote machines. Maar het bleek wel een erg dure methode. Daarom werden in de andere delen van de Maten vijvers aangelegd. Het kost een beetje ruimte voor zo’n vijver, maar het maakt de aanleg van de wijk veel goedkoper.

De Maten: “de grootste bloemkoolwijk van Nederland”. Het idee van bloemkoolwijken ontstond in de jaren 60 in Nederland. Niet meer van die kaarsrechte straten of “stempelwijken”: vaste indeling van bouwblokken die als een “stempel” vervolgens voor de hele wijk gebruikt werden. Nee: er werden straten aangelegd die vertakten, heel veel afsplitsten in de kleine straatjes. Als een bloemkool die ook steeds kleinere roosjes heeft.  Zo is dit ook het geval bij deze Rietdekkersdreef. Een lange straat met heel veel “afsplitsingen”: kleine roosjes aan de grote stronk. Resultaat is een mooie en gewilde woonbuurt. Oh ja – die “dreef” in de naam? Wat betekent dat eigenlijk? Ik wist het zelf niet, maar google hielp. “Een dreef is een landweg waarlangs men vroeger een kudde vee naar het open veld leidde”.