Martijn over…de toekomst

Dinsdag 31 oktober 2017

Door Martijn de Frankrijker

Ellis Peeters

Ergens in de toekomst. In het centrum van Apeldoorn…

Ik zit gehurkt in een zee van Cortina’s. Vlak voor mijn hoofd hangt zo’n mand. Hij is kort geleden gebruikt om boodschappen in te vervoeren. Twee pakjes salami, een volkorenbrood en een pakje roomboter, gezouten. Geen groente. Geen fruit. Stiekem hoop ik dat het precies deze onverlaat is die ik te pakken krijg. Ik slinger ‘m niet alleen op de bon, maar zal hem vertellen over de schijf van vijf. Het belang van een goed dieet. Zo help ik mensen niet alleen op het rechte pad, maar ook om weer gezond te worden.

Terwijl ik tussen de spaken, stangen en kettingkasten door de voorbijgangers observeer rusten mijn wijs- en middelvinger op de handboeien aan mijn riem. Wachtend, op mijn volgende vangst. Iedereen is verdacht, vergis je niet. Het omaatje dat langs waggelt kijkt mijn kant op. Heeft ze me gezien? Ze waggelt verder, versnelt, meen ik. Staat haar fiets hier in deze massa van tweewielers? Ik kijk hoe ze het hoekje omgaat. Was ze er één? Een wildstaller.

Het begon echt een probleem te worden. Alle fietsen die mensen zo maar overal meende te kunnen plaatsen. Het oogde ook zo verschrikkelijk Hollands, die tweewielers overal. En dat hele Hollandse is er tegenwoordig een beetje vanaf. Minsten 65% van wat je op tv ziet is hier ook gewoon Amerikaans, het nieuws, de reclames. Maar als je dan buiten komt en je ziet ineens een heel centrum volgebouwd met rijwielen…het is geen gezicht.

Gelukkig zijn er nog mensen met een plan in deze stad en dus werd wildstallen verboden. Er werd een taskforce opgezet binnen de politie om het probleem op te lossen. Precies op dat moment begon ik bij mezelf een beetje door te krijgen dat dat hele schrijven toch een beetje hobbymatig was. Ik denk dat de mensen om me heen dat al veel langer doorhadden. Dat ik nadat ik stopte als zzp’er gelijk omgeschoold kon worden tot politieagent heeft me gered. Ik had natuurlijk altijd al het gevoel dat ik het beter wist dan iedereen, maar dat ik dat nu dagelijks in de praktijk mag brengen voelt als een zegen.

Plots hoor ik een sleutel in een slot gaan. Het slot schiet open. Nu moet ik snel zijn. In dezelfde beweging spring ik op en trek ik mijn handboeien los van mijn riem. Het gaat snel, maar het moet ook snel. Op een fiets zijn ze zo gevlogen. Voordat die crimineel — want dat zijn ze — weet wat hem gebeurt hangen mijn boeien om zijn polsen. Een bang gezicht kijkt me aan. Ik schrik.

Ik schrik, door de leeftijd van deze overtreder. De pubertijd heeft ‘m nog niet eens geraakt. Dat valt me op aan het wildstallen. Het hoort niet bij één foute groep, maar ook mensen die zo normaal lijken raken blijkbaar op het verkeerde pad. Oudjes, hoogbejaarden zelfs, maar dus ook de kleinsten onder ons. Deze minderjarige delinquent mag ik niet eens beboeten, maar zijn ouders, die gaan er aan geloven. Hop, op de bon ermee!

Als ik die ouders dan weg zie lopen, in en in teleurgesteld in hun kroos, dan weet ik dat mijn werk er weer op zit voor vandaag. Ik heb Apeldoorn weer een beetje mooier gemaakt.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!