In Beeld: Thea Katerberg volgt als transferverpleegkundige haar passie

Zaterdag 20 maart 2021

Door Carla van Vliet

“We zijn het spuugzat!”, “Op deze manier hebben we geen leven!”, “Wanneer zijn we vrij!”. Het zijn zomaar wat uitspraken die veelvuldig te horen zijn de laatste tijd. Uiteraard gevoed door het alles overheersende coronavirus. Maar wat nou als mensen in de zorg zeggen: “We zijn het zat!” Hoe kan het dat artsen en verpleegkundigen maar door kunnen gaan? Waar halen ze de energie vandaan? We vragen het transferverpleegkundige Thea Katerberg, werkzaam in Gelre ziekenhuizen.

Over Thea

Verliefd, verloofd, getrouwd: getrouwd met Richard

Ik heb een hekel aan: mensen die liegen

Ik ben het meest trots op: mijn gezin

Als ik een dag met iemand mocht ruilen zou dat zijn met: een dirigent van een groot orkest

Mijn (gezonde) tic is: elk dag wandelen

Ik raak geïnspireerd door: mensen met een passie

Ik word blij van: de tandarts, na al die jaren nog steeds geen gaatjes

Wat doet een transferverpleegkundige?

“Heb je even? Want het is best een veel omvattend beroep. Kortweg gezegd ben ik een spin in het web. Ik regel de transfer van patiënten vanuit het ziekenhuis naar huis of naar vervolgvoorzieningen. Een vervolgvoorziening kan een tijdelijk verblijf in een verzorgingshuis zijn, of een permanent verblijf in een verpleeghuis, maar het kan ook terminale zorg in een hospice behelzen. Ik ga aan het bed in gesprek met de patiënt en bespreek waar de wensen liggen.

Een ander voorbeeld is:  een patiënt komt met een wond op de polikliniek, diegene wordt daar verzorgd en kan weer naar huis, maar heeft nog wel een tijdje wondzorg nodig. Dan regel ik de juiste nazorg in overleg met de thuiszorg.  Ik zie er ook op toe dat de zorgoverdracht goed verloopt. Ik heb dus veel contact met patiënten, maar ook met de eerste contactpersoon en ik ben aanspreekpunt voor veel verschillende partijen, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Daarnaast heb ik contact met de verpleegkundigen, de specialisten, de externe zorgaanbieders, het Centrum Indicatiestelling Zorg, het WMO loket van de gemeente , de zorgverzekeraars en de zorgkantoren.”

 

Transferverpleegkundige is beslist geen solistische baan.

 

Welke eigenschappen vraagt dat?

“Je moet dus sterk zijn in communicatie en aardig wat sociale vaardigheden hebben. Je gaat immers met zoveel verschillende mensen om. Je moet kunnen organiseren en ook de verantwoording willen voelen om alles in goede banen te leiden. Je moet een bepaalde besluitvaardigheid hebben, maar ook empathie. Een flinke dosis flexibiliteit is nodig, want je werkt vaak met tegengestelde belangen. En geen dag is hetzelfde. Het leukst van dit vak vind ik het werken in een team van transferverpleegkundigen, je moet dus goed kunnen samen werken. Transferverpleegkundige is beslist geen solistische baan.”

Hoelang ben je al transferverpleegkundige?

“Sinds 2011 en ik voel me er als een vis in het water. Hiervoor heb ik gewerkt in andere velden van de zorg: psychiatrie, verstandelijk gehandicaptenzorg, wijkverpleging, verpleegkundige in het ziekenhuis en verpleegkundig zorgcentralist. In mijn huidige baan kan ik alle opgedane ervaring gebruiken en inzetten; alles komt hier samen. En of het nu om de nazorgaanvraag voor een kind gaat of een plek voor de laatste levensfase van iemand, het scala aan zorg is heel breed. En dat maakt mijn vak ook zo breed en dat vind ik prachtig. Het gaat om de nazorg voor het hele ziekenhuis. Of het nu om een longpatiënt gaat of om iemand met een gebroken heup, ik kijk steeds wat er nodig en mogelijk is aan nazorg. Daarnaast houd ik ook de financiën in de gaten, en kijk of het goed geregeld is met de verzekering. Kortom: ik regel eigenlijk zorg op maat.”

Wat vind je lastig aan dit werk?

“Even denken… Niets! Het is ontzettend leuk werk; het is mensenwerk en geen mens is hetzelfde en je staat midden in de maatschappij.”

Zat het zorgen er al vroeg in?

“Vroeger verkleedde ik als kind mij wel altijd als verpleegkundige, haha!”

 

De eerste weken voelden als een regionaal crisiscentrum.

 

Zie je in jouw werk verandering gedurende de 10 jaar dat je dit doet?

“De grootste verandering in mijn werk is, dat ik meer te maken krijg met de schaarste in de zorg, er is een tekort aan verpleegkundigen. Dit is lastig, mijn werk wordt daardoor een steeds grotere uitdaging . Maar gelukkig houd ik wel van uitdagingen, haha.  Een andere verandering is het indicatiebeleid dat  strenger is geworden, mensen moeten langer thuis blijven wonen. Wat ook lastig is dat er tegenwoordig heel veel thuiszorgorganisaties bestaan, allemaal met hun eigen regels en voorwaarden, met hun verschillende contracten met zorgverzekeraars. Ik zou het prettig en werkbaarder vinden als dat wat meer gebundeld zou zijn, met gelijkwaardige afspraken. Ook financieel gezien. Tenslotte vormen de kwetsbare ouderen onze grootste doelgroep en die willen we niet opzadelen met een hoge rekening.”

Hoe gaat het in coronatijd?

“Aan het begin van de eerste lockdown heerste er een onbestemd gevoel, wat komt er op je af? Wat gebeurt er? Wat moeten we doen? Toch gingen we vrij direct aan de slag. De eerste weken voelden als een regionaal crisiscentrum! We werden plat gebeld over vooral praktische  zaken. Vragen als: ‘Mijn moeder heeft als coronapatiënt nazorg nodig, bij welke thuiszorg kunnen wij terecht?’ ‘Hoe regel ik het vervoer voor mijn vader die coronapositief is en met ontslag naar huis mag?’ ‘Een patiënt met dementie die corona positief is mag met ontslag terug naar het verpleeghuis, kan dat?’

We moesten ons werk aanpassen en sloten een aantal keren per dag aan bij een intern overleg. Daarin stonden steeds drie punten centraal: 1. de instroom van patiënten bij de SEH, 2. de doorstroom van patiënten in het ziekenhuis en 3. de uitstroom van patiënten. Op deze manier hadden we een accuraat overzicht op het aantal bedden. Je wilt natuurlijk niemand wegsturen en zorg ontzeggen. Door dat overzicht konden we als ziekenhuis ook tijdig een signaal afgeven als er een tekort aan IC-bedden dreigde. We werkten goed samen en er heerste een groot saamhorigheidsgevoel in het hele ziekenhuis.”

Dat was tijdens de eerste golf. Hoe gaat het nu?

“We zijn direct in twee groepen gaan werken om de kans op uitval te verkleinen. Dat werkt prima. Omdat het werk als transferverpleegkundige behoorlijk specialistisch is , daar kun je niet zomaar een uitzendkracht inzetten, is het van groot belang dat we overeind blijven. Momenteel zijn we gewend aan de werkdruk. Hoewel het nog steeds heel fijn aanvoelt als een ander aan jou persoonlijk vraagt: ‘hoe gaat het nu met jou?’ Persoonlijke aandacht heeft altijd een positieve invloed.  Maar we zijn nu beter op de hoogte van wat wel en niet kan en gelukkig hebben we een hele goede verstandhouding met de zorgaanbieders. Op gebied van communicatie is er veel veranderd. Ik kan niet meer fysiek bij patiënten aan het bed zitten om zaken te regelen. We schakelen daarom over naar bellen en soms beeldbellen, dat went ook wel weer.”

Ben je wel eens een moment bang geweest?

“Ik was bang, net als iedereen denk ik. Voor mezelf maar ook voor de mensen om mij heen. Maar kijk, ik doe nu geen patiëntenbezoek meer en we houden ons goed aan de RIVM richtlijnen. Ik voel me veiliger in het ziekenhuis dan in de supermarkt, haha. Ik merk wel dat ik minder bang ben dan aan het begin, maar ik blijf alert en altijd even zorgvuldig. Ik zie van dichtbij het grillige verloop van deze vreselijke ziekte en laat daarom het rationele het winnen van het emotionele.

 

Deze waardering, zeker van mijn gezin, helpt me wel het vol te houden.

 

Heb je er extra werk bij gekregen sinds corona?

“In het ziekenhuis heb ik geen extra taken door corona. Wel heb ik sinds afgelopen juli een taak erbij als triagiste binnen het Crisis Coördinatie Punt Apeldoorn (CCPA). Dit is een dienst die hulp biedt bij het plaatsen van cliënten in een crisissituatie. Huisartsen hadden al eerder aangegeven dat hier behoefte aan was en toen is dit in het leven geroepen. Nu kunnen huisartsen uit regio Apeldoorn, artsen van de huisartsenpost en de SEH ons vragen om een acute zorgplek, want wij weten op dat moment precies waar een bed voor crisiszorg beschikbaar is. CCPA is een samenwerkingsverband tussen een aantal zorgaanbieders in de regio Apeldoorn en wordt bemand door 3 organisaties te weten Atlant, Gelre ziekenhuizen en Zorggroep Apeldoorn en omstreken. Zo zorgen we met elkaar dat de juiste zorg op het juiste moment op de juiste plek geleverd wordt. Ik vind dit zo mooi om te doen!”

Krijg je voldoende waardering?

“Ja, dat vind ik wel. Zeker tijdens de eerste golf heb ik dat veel gevoeld, door de maatschappij maar ook door mensen om me heen, en ook door mijn eigen gezin. Ze zijn best wel trots op hun moeder en tonen veel belangstelling. Nu moet ik wel zeggen dat ik 3 zonen heb die ook alledrie in de zorg werkzaam zijn. We spreken dus een beetje dezelfde taal en kunnen er makkelijker samen over praten. Deze waardering, zeker van mijn gezin, helpt me wel het vol te houden. In het begin was ik erg moe omdat het zo druk was, maar als mensen dan waardering uitspreken, dan geeft dat je toch weer energie. Nou moet ik zeggen dat het werk op zich mij ook aanspoort om vol te houden. Het is zo nuttig, je doet het ergens voor.”

Waar vind jij ontspanning?

“Muziek maken! Op mijn 11de verjaardag kreeg ik van mijn ouders en opa en oma een dwarsfluit, waarop ik nog steeds speel. Ik kreeg niet alleen een cadeau voor die ene dag maar voor de rest van mijn leven, een toekomst waar muziek in zit. Samen muziek maken en optreden vind ik het aller leukst  om te doen. Ooit ben ik begonnen bij het Apeldoorns Jeugd Orkest, en nu speel ik eigenlijk  overal. Sinds 15 jaar speel ik als vrijwilliger bij kerkdiensten, musicals, muziekavondjes. Ook heb ik eens tijdens een kerstvoorstelling bij ’s Heerenloo mogen spelen.

Heel fijn is ook om mee te spelen bij Multi Muzikaal Theater (MMT), waar jong talent muziek maakt met ervaren musici. Met MMT zijn we op tournee geweest in China, dat was een geweldige ervaring.  Laatst ben ik gevraagd als fluitiste bij de latinband Espinas Latinas, daar is veel ruimte voor improvisatie en dat vind ik heerlijk. Ik zal zo blij zijn als dat weer met elkaar kan, nu speel ik thuis voorlopig in mijn eentje.”

Zit je over 10 jaar nog in de zorg?

“Jazeker! Weet je, de zorg verandert steeds en dat levert dynamiek! Er komen steeds andere ontwikkelingen aan, dat is interessant. Het is een prachtvak! Het is mensenwerk, je staat midden in de maatschappij. Je betekent werkelijk iets. Je maakt verbinding met mensen, net als muziek, dat verbindt ook. Je hebt het vast al gemerkt, maar mijn vak is mijn passie en niet alleen mijn boterham!”

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over ondernemen

ONDERWERPEN

InBeeld Portretten
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!