de zomer van 79

Zondag 4 januari 2015

Door Stukslaan

Ze heette Mariëlle of Mariët of zoiets, laat ik haar M noemen. M was een jaar ouder dan ik dus al 10. Ze had een onopvallend uiterlijk en ik meen zelfs dat mijn vriendjes haar lelijk vonden. Ik had er zelf eigenlijk geen mening over. M werd gepest en ik deed daar, als het zo uitkwam, gewoon aan mee. Maar om te zeggen dat ik haar goed kende, nee.

Haar vader was bezig met een nieuwe roeiboot. Een kleine boot maar wel een houten met stevige peddels, die hij consequent riemen noemde. Die bood plaats voor drie of vier personen en was zeer geschikt om de sloten achter het huis en rondom het dorp te bevaren.

Wie er met de boot op uitging was in luttele minuten ver buiten het dorp met slechts zicht op water, gras, koeien en oneindige horizons. Als je geluk had waren er fraaie wolkenluchten. Soms was er in de verte een auto of opgevoerde brommer te horen en het waren juist die verre, vervaagde geluiden die de stilte nog eens extra benadrukten. Natuurlijk was er ook het klotsen van de boot en de opvliegende eenden en andere vogels. Geluiden zonder veel betekenis maar in harmonie met elkaar. Varen maakte je hoofd leeg.

De vader van M vroeg of ik mee ging om de nieuwe boot te proberen. Kennelijk had hij geen enkel idee over mijn houding tegenover M tot dusver. ‘Goed’, zei ik. De vader van M kende ik alleen van gezicht en leek me geen kwaaie. Opeens was ik dus alleen met M en haar vader en hadden wij in korte tijd het dorp achter ons laten liggen. Enig gevoel van spijt overviel me want wat moest ik hier met hen? Zouden mijn vriendjes mij hebben zien instappen? Ik zou ze een verklaring schuldig zijn. Bij terugkomst was het hopelijk etenstijd zodat ik de confrontatie met hen nog even kon uistellen.

Een paar weilanden en vele koeien later ontstond er een gesprekje. Dat kwam vooral neer op reageren op wat we zoal zagen aan de oevers. Een eendennest. Een kievit. Een gezonken roeibootje. Riet, veel riet. Ik moest erkennen dat ik mij op mijn gemak voelde. Het kan niet anders zijn dan dat varen voor ons drieën hetzelfde betekende. Een manier om even weg te zijn en wat tijd te verspillen. Varen was een doel op zich.

M en ik raakten verder samen in gesprek. De vader zei niets en bleef zich vooral concentreren op het roeien en op de koers van zijn nieuwe aanwinst. Ik merkte dat M oprecht geïnteresseerd in me was. En ze vertelde leuke dingen. Ik kan me niet herinneren waar het over ging, alleen het gevoel is er nog. Tsja, waar praat je op die leeftijd over? Ik denk niet dat er veel reden was voor de vader om zich in het gesprek te mengen. Wat er verder is gebeurd is een compleet gat in mijn herinnering, niet alleen nu maar ook toen al.

Ik moet verdronken zijn in haar donkere ogen, gedrogeerd door haar lage, zachte stem, gehypnotiseerd door haar voorzichtige aanrakingen. Een besef van tijd had ik niet en heb ik niet. Het kan 10 minuten geduurd hebben maar ook 2 uur. Ik streelde haar haar en maakte kringetjes met mijn vinger om haar ogen en neus. Kriebelde haar voorhoofd en kin. Ik weet nog wel dat we het dorp weer voor ons zagen toen ik wakker schrok uit deze bewustzijnsvernauwing. Toen ik haar vader aankeek, keek hij snel de andere kant op. Hij had niets gezegd en ons kennelijk alleen maar zitten bekijken. Misschien had hij daarmee ook toegelaten en goedgekeurd wat er gebeurde. Of hij vond het maar niks maar was niet bij machte iets aan de situatie te veranderen.

I was too drunk, but she was too beautiful.
What was her name again?

Het zweet brak me uit. Een gevoel van schaamte. Mezelf herstellen. Het gesprek weer beginnen over het weiland, de koeien en de wolken. Ik meen dat ik dezelfde gewaarwording bij M zag maar misschien vul ik dat in, wil ik dat het zo was. Hoe dan ook, ik had iets gevoeld wat ik nog niet kende en dat van hogere orde was dan alle gevoelens die ik tot dan toe gekend had. Begrippen als liefde en verliefdheid waren abstract voor me, maar zou dit er iets mee te maken hebben? Ergens voelde het in elk geval als een mijlpaal, een cesuur van het leven ervoor en het leven erna. En als dit een opmaat was voor de rest van mijn leven, jippie!

Na het aanleggen van de boot hielpen we elkaar uitstappen. De boot moest bovendien op de kant getild. Die praktische handelingen voelden plezierig en brachten weer wat lucht in mijn longen. Bij het afscheid nemen reikte ik vader een hand. Secondenlang keek hij ernaar, je zag zijn vertwijfeling. Hij wist niet of hij mijn hand moest aannemen. Wat betekende het als hij mij de hand zou schudden? Keurde hij daarmee goed wat er gebeurde? Kon hij de hand aanraken waarmee even daarvoor zijn dochter gestreeld werd? Misschien was dit dan het begin van loslaten van zijn dochter. Te verwarrend, te veel betekenis, te veel symboliek. Ineens zag ik een norsere man, een man met een masker. Hij draaide zich om, greep de riemen en maakte aanstalten om naar huis te gaan.

Ik heb M nooit meer gezien. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik haar een beetje ontliep, bang voor de confrontatie, bang voor het verliezen van het gevoel. Even later gingen we verhuizen naar ver weg en raakte het allemaal op de achtergrond. Soms was het gevoel even terug en dat was fijn.
En die hand? Die blijft uitgestoken en ooit komt het goed.

-jertaa

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!