Getikt: Stanley

Zondag 30 juli 2017

Door Ragrenner

Ragrenner

Elke avond na elven laat ik onze hondjes Tasman en Keet nog even uit. Ze zijn tweedehonds en heetten aanvankelijk Tarzan en Jane, maar dat kreeg ik in het openbaar niet uit mijn bek, vandaar de subtiele naamswijziging.

De wandelgang gaat steevast langs de inzamelcontainers die voor de buurtsuper aan Kanaal Noord staan. Het is er rond die tijd meestal één grote uitpuilende puinbak. Mensen pleuren er van alles van zich af wat er sowieso niet hoort. Van accu’s tot tuinstoelen, hout, ijzer en elektra, bouwafval en meer. Meest ergerlijke is het plastic, papier en karton dat niet in maar naast de bakken beland. Het waait vaak in de struiken aan de boorden van, en in het Kanaal! Mijn Kanaal ja! Nou ja, ons Kanaal dan.

Gisterenavond stopte er een auto, deuren gaan open, man stapt uit, gooit een grote stapel karton voor een van de bakken, vrouw stapt uit en zet een aantal zakken neer. Zonder nadenken zeg ik (heel) hardop tegen de hondjes: ,,Kijk, gooien die mensen zomaar neer en straks waait al die zooi zomaar over ons landgoed en in onze slotgracht.” De man hoort het, maakt zich breder en beent dreigend op mij af, zijn boldking-kop glimt in de maneschijn. Ik wuif meteen afwerend: ,,Sorry, ik had het niet tegen u.” Ik probeer mij achter de hondjes te verschuilen, maar de hielenlikkers staan al achter mij, helden!

Er volgt een totale maansverduistering als de man voor mij staat. ,,Wat moet je nou, ouwe”, bulkt hij. ,,Je moet mij niet over een kam scheren met die klootzakken die hier alles maar neersmijten!” Normaal gesproken zou ik nu een grapje maken over kam en scheren maar dat leek me even geen goed idee. ,,Ik heb een stanleymes in mijn zak”, vervolgt hij grommend. –In een flits zie ik mijzelf opengereten en met een buik vol bloedsoep op de grond liggen, smekend om de genadeslag-.


Net voor ik bleek, zwetend en trillend van angst neer zou storten grijnsde de man zelfvoldaan, vatte mij bij de kraag en hield mij nog net staande.- ,,En met dat stanleymes snijd ik…(hier volgt een eeuwigheid van twee seconden) het karton klein zodat het in de container past, en kijk, mijn vrouw sorteert alles uit de zakken en stopt het in de juiste bak.”
Ik kon alleen maar knikken, net als mijn knieën. Als laatste voegde hij mij toe dat ik misschien niet te snel moet oordelen, al vond hij de meeste mensen inderdaad wel klootzakken. Maar er zit soms best een goeie bij. Zeker Stanley, stamelde ik, en wilde hem een schouderklopje geven maar ik kon er net niet bij.

Steun zoekend bij mijn hondjes wuifde ik voorzichtig toen Stanley en zijn vrouw wegreden en ik maak me sterk dat ze in een deuk lagen van het lachen. De hondjes keken mij meewarig aan en samen zijn we toen maar een angstplasje gaan doen in de struiken waar allemaal plastic zooi, papier en karton ligt.

Morgenochtend ga ik in zak en as maar bij de containers zitten en als Circulus komt, keihard roepen; ,,Vuilnismaaaaan, mag deze zak ook mee?”

Als ik een half uur later nog natrillend in bed achter de gebreide onderbroek kruip, denk ik: Stanley heeft gelijk, het zijn allemaal klootzakken, alle Apeldoorners die hun eigen nest zo bevuilen, en behoorlijk getikt.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!