Verdwijnt de Apeldoornse markt?

“Aantal markthandelaren neemt af” en “Minder gevarieerde markt ziet klanten verdwijnen”, schrijft de NOS. Al meer dan 70 jaar lopen Apeldoorners wekelijks hun vaste rondje over het Marktplein dat vandaag de dag nog steeds iedere zaterdag vol staat met verschillende kraampjes. Slaat dit nieuws ook op Apeldoorn?

Verdwijnen de non-food kraampjes?

Cijfers van de Kamer van Koophandel tonen aan dat vijftien procent van de ondernemers er in de afgelopen tien jaar mee is gestopt, dat zijn zo’n 2.000. Dit blijkt vooral over non-food marktkramen te gaan. Denk aan kramen met producten zoals textiel, beddengoed en kleding. Betekent dit dat de markt straks een plek is met alleen maar voedingsmiddelen zoals kaas, brood, groenten, vis en noten?

Beter dan ooit

Roald Smit, die al 7,5 jaar op de markt in Apeldoorn staat met ‘Smit Sokken’, vertelt dat hij het juist beter doet dan ooit: “Winkels zoals de V&D zijn omgevallen, de HEMA heeft een ander assortiment en om me heen valt de concurrentie,” licht hij toe. Hij weet hierbij ook goed in te spelen op actualiteiten zoals de energiecrisis. Zo promootte hij laatst zijn sloffen met de slogan: “Pantoffels in het land, kachel aan de kant.”

Sociaal ontmoetingspunt

Louise Wesselius draait al van jongs af aan mee op de markt in het familiebedrijf ‘De Zwart Marktkramen’ en is landelijk voorzitter van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH). Deze vereniging zet zich in voor de toekomst van de ambulante handel, waaronder marktondernemingen. In de twee jaren als voorzitter heeft ze heel Nederland doorkruist om alle markten zo goed mogelijk te bezoeken en om zoveel mogelijk markthandelaren te spreken.

Ze benadrukt dat ze de cijfers gelooft, maar dat ze ook op een andere manier verklaard kunnen worden: “Vroeger stond een ondernemer op maandag op de ene markt, op dinsdag op de andere enzovoort. Tegenwoordig heeft één ondernemer, met één inschrijving bij de KvK een veel grotere onderneming waarmee zij soms wel op drie of vier markten staan op één dag. Waar mensen vroeger voor ieder product een aparte kraam opzetten, breiden zij nu hun assortiment uit.” Ze voegt hieraan toe dat de populariteit van de markt sinds corona juist enorm is gegroeid: “De markt is echt weer een sociaal ontmoetingspunt waar mensen praatjes kunnen maken. Daar is weer zoveel behoefte aan, persoonlijk contact.”

Tot slot voegt ze nog toe dat vergrijzing wellicht ook invloed heeft op de cijfers: “Er zijn natuurlijk ook mensen die op leeftijd zijn en die nu, bijvoorbeeld door corona, hebben ervaren hoe leuk het is om in het weekend naar de voetbal te gaan van kleinkinderen of om andere dingen te doen en die daarom zijn gestopt. Of gewoon uit ouderdom, die met pensioen zijn gegaan omdat ze het door hun leeftijd niet meer konden voortzetten.”

(Nog) niet het einde

Het lijkt er op dat de cijfers iets genuanceerder geïnterpreteerd kunnen worden. Voorlopig lijkt het nieuwe marktplein niet snel leeg te stromen en kunnen we nog steeds onze sokken halen tijdens ons wekelijkse rondje markt op zaterdag.