Martijn over…ja

Dinsdag 1 augustus 2017

Door Martijn de Frankrijker

Ellis Peeters

De eerste zonnestralen kruipen boven de heuvels uit. Ze nemen de tijd om het landschap in licht te baden en kruipen onze kant op. De zonsopgang is oogverblindend mooi, maar deert me weinig. Ik kijk in haar ogen. Ze zijn groot vanochtend. Waren ze altijd al zo groot? Haar pupillen lijken te schreeuwen en ik kijk reikhalzend uit naar de boodschap. Ik vroeg haar net wat, maar vraag me nu af of ze me gehoord heeft. De tijd lijkt zo traag te gaan. Hoe lang zit ik hier al? Ineens opent haar mond: “Serieus?”

Geen idee waar het vandaan kwam. Misschien van dezelfde plek waar baby’s geboren worden. Het wemelt hier in Portugal van de ooievaars, dus misschien ligt die plek hier niet zo ver vandaan. Wat ik wel weet is dat de gedachte er ineens was. En niet eens alleen een gedachte. De drang.

We waren op reis in Portugal, nu iets meer dan een maand geleden en sliepen op een veganistische boerderij met dertien hectare grond er omheen. Prachtig, was het er. Nog steeds wel, geloof ik. Ze was de zonsopgang gaan fotograferen en had me laten slapen. Ik werd nog op tijd wakker en besloot haar te volgen. Toen ik onderweg was kwam hij, die drang.

Het is een gevoel dat ik niet kan uitleggen. Ik kan puur en alleen hopen dat je ook zo’n persoon in je leven hebt. Dan begrijp je me wel. Iemand in je leven die je drijft, die je raakt, die je beroert en die je liefheeft alsof er geen morgen is. Waar je naast wakker wordt en dan telkens beseft dat tot het einde der tijden nog niet lang genoeg is om haar te hart te leren kennen. Wiens liefde je aanjaagt om de beste versie van jezelf te zijn terwijl je zelf soms zo op je slechtst bent.

Als je zo iemand in je leven hebt dan weet je wat er gebeurde, daar in Portugal op de heuvel, waar we ondertussen de zon op onze huid voelden.

“Serieus?”

De ring glom niet. Niet zoals haar ogen deden. De ring was van aluminiumfolie. Ik had ‘m zelf gemaakt nog geen vijf minuten daarvoor. Plots, onderweg naar haar, besloot ik dat ik de rest van mijn leven zo dicht mogelijk in de buurt van deze vrouw wilde zijn. Me voor altijd warmen aan haar levensvuur, maar ik had geen ring. Ik had me niet voorbereid. Ik wist niet dat dit ging gebeuren. Ik ben teruggelopen naar onze kamer en heb een aluminiumfolie bakje gepakt. Het taartje wat er in zat heb ik weggelegd. Of misschien heb ik het opgegeten. Dat weet ik niet meer. Van het bakje vouwde ik de ring.

Ik schoof hem om haar vinger. Of zei ze eerst ‘ja’? Ik weet het niet meer. De momenten zijn in mijn herinnering in elkaar vervlochten. Ik kon niet meer nadenken toen. Nog nooit ben ik zo zenuwachtig geweest. Trillend op mijn benen en geen zinnig woord op mijn lippen. En dat terwijl ik toch van de woorden ben.

Ik vroeg haar maar gewoon: “Wil je met me trouwen?”

“Serieus?” zei ze eerst. Ik kon haar niet in woorden duidelijk maken hoe ongelooflijk, onvoorwaardelijk, onophoudelijk serieus ik was over deze vraag.

“Ja” zei ze daarna. Ja, zei ze. Ja.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Elke maandag onze Apeldoornse verhalen in jouw inbox
De beste berichten en verhalen geselecteerd door onze redactie
Meer dan 2.200 Apeldoorners gingen je voor
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!